194 Om op een kleine afwijking in een lengtemaat een consorten- stelling te baseeren is zeker ongewenscht, vandaar dat er stemmen zijn opgegaan om in de I. K. op te nemen toleransen voor niet bij benadering opgegeven lengtematen (men zie het artikel van C. H. B. de Korver in Tijdschr. v. K. en L. ig 13, p. 44). In dit verband moeten wij erop wijzen, dat de bewoordingen van de tegenwoordige I. K. (punt 3 sub bzoo kunnen worden gelezen, dat zij een tolerans voor lengtematen impliceeren: de oppervlakte-tolerans geldt n.l. ook voor een oppervlakte «welke uit de omschrijving is afgeleid», dus misschien ook wel voor die welke uit in de akte genoemde lengtematen is berekend of afgeleid. Een duidelijker voorschrift hierover is tegenwoordig gewenscht. Bij de uitgave van 1918 werd art. 97 der I. K. van 1900 naar 1 overgebracht en werd tegelijk het artikel in niet geringe mate verbeterd. In punt 3 sub b werden maxima in- gelascht en werd vermeld van welke grootte de percentages moeten worden genomen (vgl. art. 21 der Wet G.) In plaats van «gemeten grootte» zou men echter nog beter hebben kunnen schrijven «volgens art. 85 vastgestelde grootte.» Waar punt 3 van art. 88 afkortingen bevat voor de vlaktematen is het hier de plaats om de aandacht te vestigen op de inter nationale schrijfwijzeWij verwijzen den lezer naar een ver handeling, overgenomen in het Tijdschr. v. K. en L. 1924, p. 201, van de hand van Prof. Dr. M. de Haas, waarin deze een lans breekt voor het gebruik van de internationale schrijf wijze. Invoering ervan moet zich natuurlijk niet bepalen alleen tot de voorschriften, maar geleidelijk moet de schrijfwijze ook overgaan in de formulieren en de registers. Aan de t.a.p. genoemde diensten, welke haar hebben aan genomen, kan nog worden toegevoegd de Topografische Dienst in N. O. I., blijkens zijn Jaarverslag over 1926. Art. 89. Invulling van de kolommen 23 en 24 tegenover een geheel overgegaan perceel is in 't algemeen niet noodig, daar de titel via den staat n° 73 in den legger komt. Bij lid 6 zou nog kunnen worden gezegd hoe men «tusschen- akten» dient te vermelden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 194