der veldwerken», dus met de minuutperceelnummers kris en
kras door elkaar, kan zeker op den duur niet aan het beoogde
doel beantwoorden. Ook vervallen minuutnummers moeten op
de lijst ingeschreven of tusschengevoegd worden, indien een nog
bestaande minuutgrens tusschen suppletoire perceelen is uitgezet.
Lijsten of boekjes met een gedrukte doorloopende minuut-
perceelnummering zouden daarom de voorkeur hebben verdiend,
en dezulke zouden bij het technisch archief dan vanzelf (weldra
uitsluitend) worden gebruikt tevens voor de verwijzing naar de
hnlpkaarten bedoeld in art. 84.
Voor secties waarvan hermetingsveldwerk bestaat is verwijzing
op de lijst van minuutnummers naar het grensuitzettingsveldwerk
niet noodzakelijk.
Al. 10. De betrokken bestaande perceelnummers vermelde
men in de figuratie, eveneens de namen der eigenaars. Juist
weglating van perceelnummers in het hoofd (ook vermelding
aldaar van vervallen perceelnummers is onnoodig, zie al. 2) doet
onmiddellijk opvallen, dat men met een veldwerk te doen heeft,
waarbij uitsluitend grensaanwijzing plaats vond. Opzoeking in
het archief van dit stuk geschiedt nooit andsrs dan door middel
van zijn in den rechter bovenhoek geplaatst archiefnummer.
3. Van het archief.
Artn. 228 en 233. Decenniën lang, nadat bij het Kadaster de
bijhouding van het plan door middel van de hulpkaart reeds
goed geregeld was, bleef het veldwerk qua archiefstuk nog
bijzaakHet ontbreken van een voorschrift voor veldaantee-
keningen, overeenkomende met dat 't welk in art. 233 voor
hulpkaarten is gegeven, is nog een blijk ervan, hoe die stukken
eertijds te laag getaxeerd werden.
Ook de opberging van afzonderlijke kaarteeringen op groote
schaal (vgl. art. 77, punt 15), als bijlage van de hulpkaart (hetzij
van het veldwerk), waarop c.q. een aanteekening kan plaats
vinden, moge hier even worden gememoreerd.
Slotbepalingen.
Art. 243. Vgl. de kantteekening bij art. 13.
2 o6
Stel orde op uw papieren.