Iedere luchtfoto heeft daardoor, ook bij steil-opnemingen, ge
middeld een helling van ongeveer 30 ten opzichte van het hori
zontale vlak.
Het bepalen van deze helling en hare richting («Kantung») met
behulp van niveau's, of andere op de werking der zwaartekracht
berustende hulpmiddelen, heeft geen nauwkeurige uitkomsten op
geleverd. De traagheid alleen reeds is oorzaak, dat tengevolge
van versnelling of vertraging in de vaart, of van de middelpunt
vliedende kracht, bij geringe draaiing van het vliegtuigroer, om
in rechte lijn te blijven vliegen, zich uitwijkingen doen gelden,
die heel gemakkelijk eenige graden gaan bedragen en die van
afwijkingen, door de helling van de plaat veroorzaakt, niet kunnen
worden onderscheiden.
Men moest dientengevolge de helling en hare richting bepalen
door middel van het wiskundig verband tusschen de ligging van
de door ruimtecoördinaten bepaalde vaste punten in het terrein
en van hunne afbeeldingen in het fotogram. Deze bepaling wordt
het nauwkeurigst door berekening uitgevoerd, en wel in de eerste
plaats door berekening van de plaats van de luchtfoto. Finster-
walder stelde de wiskundige formules op voor het achterwaarts
insnijden in de ruimte. Toen echter bleek dat deze berekening
voor ieder fotogram ongeveer een week tijd in beslag nam, hebben
Hugershoff en Cranz (Grundlagen der Photogrammetrie aus
Luftfahrzeugen) en ook Fischer (Berechnung des raumlichen
Rückwartseinschnitts), benaderingsformules opgesteld, met behulp
waarvan de voor de berekening benoodigde tijd tot anderhalven
dag werd teruggebracht. Deze tijd kan voor vlak terrein door
een grafische oplossing door middel van een herleidingstoestel
nog meer bekort worden, waardoor echter, zooals vanzelf spreekt,
de nauwkeurigheid gedeeltelijk prijs gegeven wordt. Ook is het
mogelijk met een der genoemde stereoapparaten de helling en
hellingsrichting te bepalen. Dit kan echter alleen worden toe
vertrouwd aan een deskundige, die de inrichting en de werking
van het toestel theoretisch en practisch grondig kent en ervaring
in dit werk heeft, welke pas na maandenlange oefening ver
kregen wordt.
Alle genoemde oplossingen, zoowel de grafische als de nume-
rische staan of vallen met de aan- of afwezigheid van vaste punten,
die in ruimtecoördinaten bekend zijn. Waar vaste punten ont-
36