EEN THEODOLIET VOOR DRIE- EN VEELHOEKSMETING EN VOOR TACHYMETRIE. Enkele jaren geleden reeds, korten tijd nadat de belangstelling der landmeetkundigen was gaande gemaakt door de nieuwe theodoliet-constructies van de firma's Zeiss en Wild, heeft de bekende firma F. W. Breithaupt Sohn te Cassel een nieuwen voor kadastrale doeleinden geschikten theodoliet gebouwd en in den handel gebracht onder den naam kadaster-theodoliet en nauw- keuriglieids-tachymetervan welk instrument tot heden in dit Tijdschrift nog geen gewag is gemaakt. Het Zeitschr. f. Instr. bevatte er een beschrijving van (jrg. 1925, p. 303—306) en Prof. Dr. O. Eggert bracht het naar voren op de Geodetische Week te Keulen in 1925 in zijn voordracht over nieuwigheden op het gebied van de instrumenten (Verslag p. 177). Het eerste exemplaar werd gebouwd voor de T. H. te Delft en wel met gebruikmaking van aanwijzingen, welke Ir. W. Schermerhorn had gegeven. Deze had in een verhandeling over den bekenden theodoliet van Zeiss («Vergleichung des neuen Zeiss-Theodolites mit heutigen Konstruktionen», Zeitschr. f. Instr. 1925 p. 16 35), na de geodetische instrumenten te hebben verdeeld in twee hoofdgroepen: a die waarmede men de grootst mogelijke nauwkeurigheid tracht te bereiken, als theodolieten voor primaire driehoeksmetingen, b die voor het uitvoeren van bepaalde op drachten, waarbij de te stellen nauwkeurigheidseischen lager en niet steeds dezelfde zijn, maar toch in verband met het doel tevoren vast staan, den eisch geformuleerd vooral voor den bouw van instrumenten dezer tweede groep, dat de nauwkeurigheid van de waarnemings- en die van de aflezingsinrichtingen in juiste verhouding tot elkander moeten staan en zulk een graad moeten bereiken als overeenkomt met het doel der meting. En verder dat bij instrumenten van deze tweede groep (waar economie meer dan grootst-mogelijke nauw keurigheid een eerste rol moet spelen) de constructie zoo moet zijn, dat de aan de metingen te besteden tijd zooveel mogelijk wordt beperkt. Bij den bouw van haar nieuwen theodoliet, welke zou moeten dienen voor een meervoudig doel, t.w. voor driehoeksmetingen van lagere orde dan de 2e, voor veelhoeksmetingen en voor nauvo- keurigheids-tachymetrie, streefde de firma Breithaupt er naar om aan de hierboven genoemde eischen te voldoen. 42

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 42