54
berg, een punt der R. D., als nulpunt. Jammer, dat het assenstelsel
een weinig afwijkt van dat van de R. D., zoodat de mijnpunten
niet direct door de het kadaster kunnen worden gebruikt. Momen
teel wordt er echter aan gewerkt, de bovengrondsche punten om te
rekenen in R. D. De I. V., de heer Bingen, is aan deze taak bezig.
Ondergronds worden de punten verzekerd door het aanbrengen
van een houten klos in het «dak» van de gang, waarin een haakje
is bevestigd voor het aanhangen van een schietlood, dat kan
dienen als richtpunt of om den theodoliet er onder op te stellen.
De waterpassing geschiedt apart.
Helaas was er geen gelegenheid voor een demonstratie van
het meten in de mijnde gezelschappen waren daarvoor nog te
groot en de tijd te beperkt.
Na opstijging en na een hoog noodig en verkwikkend bad te
hebben genoten, toonde onze leider ons nog de kaarten, door de
mijnmeters vervaardigd; aan de hand hiervan gaf hij ons nog een uit
eenzetting van hetgeen hij ons beneden reeds mededeelde en toonde.
Wij kunnen getuigen, dat de excursie in alle opzichten zeer
geslaagd is en wij hopen, dat zij er toe bijgedragen heeft, de zoo
zeer verwante vakken van mijn- en landmeter nader tot elkaar
gebracht te hebben.
Een woord van dank ten slotte aan de Directie der O. N.-mijnen,
den heer Hoofd-Ingeniéur en de heeren de Bock en Janssen.
Glück aufM. Glerum.
DE TIENDE VERJAARDAG DER LANDBOUW-
HOOGESCHOOL.
Op 9 Maart j.l. vierde de Landbouwhoogeschool haren tienden
verjaardag. Bij deze gelegenheid heeft de rector-magnificus,
Prof. Ir. J. W. Dieperink, een rede uitgesproken, getiteld:
«De techniek van het landmeten in een tweetal tijdperken der
geschiedenisi>
De hulpaula was geheel gevuld met genoodigden en belang
stellenden, toen, voorafgegaan door den pedel met zijn scipio,
curatoren en de senaat binnenschreden.
Onder degenen, die aan de uitnoodiging tot bijwoning dezer
dies-plechtigheid gevolg hadden gegeven, waren Prof. H. Heu-