Van een rij van foto's zal men alleen de voorloopige vlieg- hoogten berekenen van foto's met kleine helling en de andere hoogten door interpolatie bepalen. De afstanden van de vaste punten tot 't nadirpunt, de horizontale hoeken in dit punt, de verticale hoeken in 't midden van het objectief en de vlieghoogte kunnen vervolgens worden gevonden met behulp van de volgende formules: t in N t in H HN cos (d Q) Q in N Q in H -(- b sin (d -f- Q) De verticale hoek in N de hoek met de as van de camera b cos (d -(- Q) b z in N F z m Hn tg v. d. verticalen hoek in N Hoofdstuk VI. Het beginsel waarop de nieuwe toestellen berusten. De toestellen dienen om de verschuiving van het negatief der lichtbeeld-camera ten opzichte van het hoofdpunt der plaat en tengevolge der helling, te meten. Dit geschiedt door aan het negatief den stand te hergeven, dien het had op het oogenblik der belichting, vaat bereikt wordt door de afstanden der beelden van het heliotroop- of kunstlicht tot het hoofdpunt in overeenstemming te brengen met de verticale hoeken, onder welke dat licht werd afgezonden. Uit de componenten der verschuiving langs de beide plaatassen kunnen de helling en hare richting met behulp van eenvoudige formules worden af geleid.' He beginsel van de nieuwe toestellen is zeer eenvoudig. Zij weer verondersteld, dat de camera onbeweeglijk vast staat, maar dat het terrein zich om het midden van het objectief be weegt. Het beeld van het terrein verschuift daarbij over de plaat. De toestellen hebben nu ten doel deze verschuiving in de camera der lichtbeelden te meten, uit welke meting het nadirpunt ook 7i f tt t in N

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 71