der Zande, Inspecteur van het Landbouwonderwijs te's-Graven-
hage en E. J. Kempees, Leeraar aan de Rijkshoogerelandbouw-
school te Wageningen, blijkens een rapport, ingediend op 3 No
vember 1916.
Het voorgaande samenvattende, blijkt het navolgende:
Vroegere opleiding der
landmeters.
(1874—1918).
1. eindexamen H.B.S. 5-j. cursus
(niet verplicht, doch wel de
normale vooropleiding).
2. ruim één jaar voorbereidende
studie voor het adspirant-
landmetersexamen.
Tegenwoordige opleiding der
landmeters.
1. eindexamen H.B.S. 5-j. cursus
(verplicht).
2. studie (zonder toelage) van
3 jaar en 4 maanden aan
den landmeterscursus te Wa
geningen. Na afloop aan
stelling tot adspirant-land-
meter.
3. 12 jaar dienst als adspirant-
landmeter, onder genot eener
toelage.
4. landmetersexamen; aanstel
ling tot landmeter van het
Kadaster 5 j. na het eind
examen H.B.S.; salaris f2000.-,
in 21 jaar opklimmende tot
f 5000.
3- 3V2 jaar dienst als ad-
spirant-landmeter, onder ge
not eener toelage.
4. landmetersexamen; aanstel
ling tot landmeter van het
Kadaster 5 j. na het eind
examen H.B.S.salaris f 1400.-
in 30 jaar opklimmende tot
f 3400.—.
Uit dit overzicht blijkt wel, dat de duur der opleiding van de
landmeters van het Kadaster sinds 1874 onveranderd is gebleven.
Door de reorganisatie van de opleiding is voornamelijk dit resultaat
bereikt, dat de opleiding gece?itraliseerd is. Terwijl vóór 1918
de adspirant-landmeter zijn vakkennis moest opdoen bij de land
meters aan wie hij werd toegevoegd, (in den regel kreeg de ad
spirant-landmeter door detacheering bij een landmeter in den Haag,
Rotterdam of Leiden de gelegenheid de colleges in landmeetkunde,
waterpassen en geodesie aan de Technische Hoogeschool te volgen),
een opleiding steeds storend voor den dienst en bovendien
afhankelijk van persoonlijke en plaatselijke omstandigheden, (men
denke hierbij aan den leeftijd van den landmeter-leermeester en