8
wettelijken termijn heeft bezeten. Bij zijn eigen bezit mag hij
niet het bezit van A (ook al duurde dit reeds meer dan 30 jaren)
voegen, omdat hij blijkens zijne akte van A niet kocht het be
wuste deel van n°. 51.
Wordt derhalve de gemelde opvatting vaste jurisprudentie (men
kan dit nu nog niet zeggen, daar de H. R. zich niet behoefde
uit te sprekenimmers strandde de cassatie reeds op den feite
lijken aard der aangevallen arresten!) dan zal in tal van gevallen
het beroep op verjaring geen succes meer hebben
Ten aanzien der waardeering van de kadastrale gegevens, ver
wijzen wij naar de door ons gecursiveerde aanhalingen uit de
vermelde beslissingen.
Thans nog een enkele opmerking over het in de derde plaats
aangeroerde punt: de zvaarde der omschrijving van het vast goed,
in de transport-akte, naar de kadastrale indeeling. Deze blijkt
van groot belang te zijn. Immers indien het resultaat van de
vermelde processen ons nauwelijks kan bevredigen, dan is het
hierom, omdat dit resultaat vermoedelijk niet overeenstemt met
de bedoeling van partijen bij de plaats gevonden transactiën. Zij
hebben het echter aan zich zei ven te wijten: men kan er den
Rechter allerminst een verwijt van maken als hij zich houdt aan
den duidelijken inhoud der geproduceerde titels. De notaris zorge
er voor, dat aan den wettelijken eisch omschrijving van het
object naar de kadastrale indeeling worde voldaan. De nauw
keurige omschrijving van het object van de koopovereenkomst
laat helaas nog maar al te vaak veel te wenschen over en wij
zullen stellig wel de laatsten moeten zijn, die bezwaar zouden
maken tegen een rechtspraak, die dezen eisch hoog houdt.
Het blijkt nu derhalve duidelijk uit de gemelde vonnissen, dat
de enkele aanduiding van een perceel naar het kadastrale nummer
gevaarlijk is, indien het terreinsobject niet geheel met dit nummer
overeenstemt. Dat derhalve vooral daar, waar diverse perceelen
aan één eigenaar toebehooren, feitelijk steeds vóór de opmaking
der transportakte door den landmeter moet worden geconstateerd
of het kadastrale nummer inderdaad identiek is met het perceel,
zooals dit op het terrein is begrensd. Dat dus de voorschriften,
aangevallen door den heer Krootjes (Tijdschrift 1926, n°. 2),