van de opleiding der landmeters behoort te worden bekeken in
verband met de geheele organisatie van de Hypotheken en het
Kadaster. Eerst bij een grondige kritische studie van de orga
nisatie kan worden beoordeeld of en in hoeverre de eischen van
de opleiding te hoog zijn opgevoerd en beperking daarvan mo
gelijk is. Het spreekt van zelf dat een dergelijk onderzoek zeer
tijdroovend is.»
Dat ondanks dit weinig aanmoedigende advies van een be-
zuinigings-inspecteur, de commissie toch reeds zoo spoedig, wellicht
te spoedig, in het leven werd geroepen, doet onwillekeurig de
vraag rijzen, of hier niet van eenig misverstand sprake kan zijn.
In deze richting wijst een schrijven van den Minister van Marine
d.d. 27 Augustus 1924 aan den Minister van Financiën, waarin
de aan de Commissie verstrekte opdracht in hoofdlijnen reeds
wordt aangegeven. Dit schrijven dateert dus uit den tijd, dat de
toenmalige Minister van Marine belast was met de herziening
van de salarisnormen der burgerlijke en militaire landsdienaren.
De commissie vestigt er de aandacht op, dat bij de Marine
evenals bij het Leger de toepassing der landmeetkunde niet op
denzelfden voet geschiedt als bij het kadaster. De topografische
opnamen voor het vervaardigen van kaarten ten behoeve van
Vloot en Leger vereischen minder nauwkeurigheid in de details
dan de metingen ten dienste van het kadaster en de opleiding
van officieren voor den opnemings- en verkenningsdienst is gericht
op de bijzondere eischen, welke voor hun diensten gesteld worden,
maar geeft geen aanleiding tot het vormen van deskundigen voor
het geven van adviezen bij bijzondere werkzaamheden ten dienste
van het kadaster.
Thans tot het eigenlijk onderzoek overgaande, constateert de
commissie, dat het Kadaster hier te lande drieërlei functie te
vervullen heeft, een fiscale, een juridische en een economische.
Het Kadaster dient, gelijk boven gezegd, van oudsher voor
een billijke en regelmatige heffing der grondbelasting. Met behulp
van kaarten en registers moet aangegeven worden wie zakelijke
rechten op onroerende goederen uitoefenen, waar deze goederen
gelegen zijn en welke de belastbare opbrengst dezer goederen is.
Het juridische doel is hierboven ook reeds gememoreerd. Het
Kadaster is voor den grondeigenaar het archief, dat hem de
rechtszekerheid zijner onroerende goederen waarborgt. Een fiscale
93