gó
Bovenstaande drie eischen vormen het antwoord op de vragen
a. en b. die aan de commissie gesteld zijn.
Van iederen landmeter van het Kadaster worde geeischt, dat
hij de bij het Kadaster dagelijks voorkomende werkzaamheden
kan verrichten. Vooropleiding aan een H.B.S. met 5 j. cursus is
hiertoe aangewezen. Kort na 1874 stelde de practijk reeds deze
voorwaarde. De vlucht van het Middelbaar Onderwijs en daarnaast
de hoogere eischen die de samenleving aan het Kadaster stelt,
(waardestijging der onroerende goederen; verbetering van het
Kadaster door het voortbouwen op het werk der Rijkscommissie
voor graadmeting en waterpassing) wettigen de handhaving dezer
voorwaarde.
De eigenlijke vakopleiding geschiede aan een cursus. Detachee
ring van leerling-landmeters aan verschillende kantoren, die slechts
gebrekkige, althans uiteenloopende vorming, mogelijk maakt en
de theoretische opleiding (in de avonduren), aan leermeesters toe
vertrouwt, die door den leerling zelf gekozen worden (toestand
vóór 1919), worden door de commissie daarbij verre ten achter
gesteld.
De opleiding geschiede bij voorkeur te Wageningen, n.l. in een
landbouwkundig milieu.
Een tijdsduur van ongeveer 3 jaar komt aan de commissie
juist voor. Naast de eigenlijke vakstudie landmeetkunde en wel
speciaal de kadastrale landmeetkunde moet ongeveer een jaar
gerekend worden voor de voorbereidende studie in hoogere wis
kunde. Door het opvoeren van het wekelijksche aantal lesuren
kan een dergelijke vakstudie niet verkort worden.
Bij de beantwoording van vraag c. of en zoo ja, welke bijzondere
werkzaamheden nog aan landmeters moeten worden opgedragen
en of hiervoor aan een bepaald gedeelte der landmeters een af
zonderlijke meer wetenschappelijke opleiding dient te worden
gegeven, of dat het meer economisch is te volstaan met adviezen
van ter zake kundigen, werkzaam bij andere takken van dienst,
merkt de commissie op, dat bij het stellen van deze vraag wel
van de gedachte zal zijn uitgegaan, de thans reeds bestaande
opleiding van de landmeters te Wageningen zoo noodig te splitsen.
De vraag is dus terug te brengen tot deze, of voor alle land
meters de bestaande opleiding gewettigd is.