wel verre van verwerpelijk te zijn, integendeel het publiek een
dienst bewijzen, in zooverre zij den redacteur der transport-akte
niet in de verleiding brengen om het over te dragen object enkel
te specificeeren door de vermelding van een «nummer», maar
noodzaken tot nauwkeurige omschrijving van de grenzen van dit
object, of tot het doen vormen van een nieuw nummer, identiek
met het over te dragene, waardoor processen als de bovenver
melde kunnen worden voorkomen.
Assen, Augustus '27. Vriend.
VERSLAG VAN DE RIJKSCOMMISSIE VOOR GRAADMETING
EN WATERPASSING AANGAANDE HARE WERKZAAMHEDEN
OVER HET JAAR 1926.
Voldoende aan het voorschrift, door den Minister van Binnenlandsche
Zaken, bij beschikking van n Mei 1879, 'etter M., afdeeling Kunstenen
Wetenschappen, haar gegeven, heeft de Rijkscommissie voor Graadmeting
en Waterpassing de eer, aangaande hare werkzaamheden in hetjaar 1926
het volgende te berichten.
Commissie.
De Commissie was in 1926 samengesteld als volgt:
Leden: Dr. J. J. A. Muller, voorzitterIr. Hk.J. H euveünk, secretaris-,
Dr. A. A. Nijland; Dr. L. H. Siertsema; Dr. W. de Sitter.
Ambtshalve leden De Hoofdingenieur-Directeur van den Waterstaat,
belast met den algemeenen dienst, Ir. W. F. Stoel; de Chef der afdeeling
Hydrographie van het Departement van Marine J. L. M. Luymes, kapi
tein ter zee-titulair; de Directeur der Militaire Verkenningen, I.H. Reynders,
Majoor van den Generalen Staf, en de Ingenieur-Verificateur van het
Kadaster te Amsterdam, Th. L. Kwisthout.
Op 1 Mei 1926 trad de Majoor Reynders af als Directeur der Militaire
Verkenningen; in zijn plaats werd benoemd de Kapitein van den Generalen
Staf C. P. Brückel.
Vergaderingen.
Ter bespreking van hare aangelegenheden vergaderde de Commissie
tweemalen te 's-Gravenhage.
Bibliotheek.
De blijkens het jaarverslag over 1898 aan den Staat geschonken biblio
theek onderging eenige uitbreiding op gelijke wijze als in vorige jaren.