1 -f- m of: fejÈL MM M M io3 Verder is: Wi O(a Ujjf- p V))O a 1 [u] p m [v] n [w] a |A [u] ft [v]j a A [u] -f- p [v] A_1_ JA Hieruit volgt: UW:WV ^;A Hebben wij nu nog een punt Z, waarvan de coördinaten zijn: Al Ui -)- fj.i Vlf Al U2 -f- [Al V2, Al U3 -f- [A\ v3> dan is de dubbelverhouding van de punten: W Z U V P tn WV ZV A Ai' Zij gegeven de kegelsnede: f (u) A] 1 Ui 2 2 A22 U22 -j- A33 U32 -|- 2 A12 Uj U2 -j- -j- 2 Ai3 Ui U3 2 A23 U2 U3 O en het punt P j viv2v3j. Trekken we door P een lijn, die de kegelsnede in A en B snijdt, dan kunnen wij op deze lijn constru- eeren een punt Q, zoodanig dat: QA PA Q BPB Wat zal nu de meetkundige plaats zijn van Q, als de lijn Fig. 9. wentelt om P? Noemen wij de coördinaten van Q: jwiw2w3j, dan kunnen wij de coördinaten van A voorstellen door: Vi -f- A W]V2 -j— AW2; v3 -j— A w3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 103