tusschen het Rijk en de PI. Commissie ter definitieve goedkeuring
verzonden aan Ged. Staten, die het plan dien overeenkomstig
hebben vastgesteld.
Nijmegen, Juni 1929. J. F. Ilsen.
EEN PROCES OVER DE KADASTRALE OMSCHRIJVING.
IN EEN TRANSPORTAKTE.
,In aansluiting met het artikel van den Heer J. B. Th. Vriend
in de ie afl. van ons tijdschrift van 1928 en voor mogelijk
propaganda materieel voor «meting vóór overdracht», meende
ik, dat het zijn nut kon hebben meerdere bekendheid te geven
aan een proces, dat verleden jaar gevoerd is, waarin de uit
spraak door de Rechtbank heeft plaats gehad, en waarin de
gedupeerde partij in hooger beroep is gegaan.
Bij openbare veiling
worden onder meer ver
kocht de kavels 29 en 30
(het geval wordt vereen
voudigd weergegeven.)
Bij een voorafgaande aan
wijzing op het terrein,
wordt aan de adspirant-
koopers als grens der
kavels 29 en 30 aange
wezen de op het terrein
aanwezige sloot, doch in de veilingboekjes worden de kavels
aangegeven als de kad. nos. 456 en 457 (minuut.) Bij de om
schrijving in de akte gebruikt de notaris alleen deze kadastrale
aanduiding.
A wordt eigenaar van n° 456 en B van n° 457. A meet zijn
land op, komt bij de sloot niet tot de kadastrale grootte en eischt
van B als grens de kadastrale grens, zijnde een lijn die 40 m
Zuidelijker loopt. B weigert, omdat hij zich weinig om de
kadastrale grootte bekommerd heeft en het land heeft gekocht
zooals het daar lag en hem is aangewezen vóór de veiling.
Een proces volgt. De advocaat van A vraagt kadastrale grens-
uitzetting aan, welke door mij wordt verricht. Als eenig gegeven
Kad
zz? '/SÓ
Kad
asy
sroof.
Kcrve
Kauef 30
111