ii4 een desbetreffend verzoek van de Commissie van advies inzake de ont ginning van woeste gronden. Deze vraag werd door onze Commissie be vestigend beantwoord bij brief van den Voorzitter d.d. 23 Maart 1928. II. WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSIE. De Commissie vergaderde voor de eerste maal op 11 Januari 1928 te Utrecht in het gebouw van het Staatsboschbeheer. Op deze vergadering verklaarde de Heer de Jong Saakes zich bereid het secretariaat van de Commissie te aanvaarden. Daarna vergaderde de Commissie nog acht maal en wel op 31 Januari 1928, 21 Februari 1928, 21 Maart 1928 in het gebouw van de Neder- landsche Heidemaatschappij te Arnhem, op 17 April 1928 te's-Hertogen- bosch, op 21 Juni te Arnhem, op 20 Juli te Harderwijk, 4 September en 19 October te 's-Gravenhage. Aan de vergadering te 's-Hertogenbosch werd den daaropvolgenden dag een tocht naar de omgeving van Liempde, Oirschot, Best, St. Oedenrode en Son verbonden, aangezien de noodzakelijkheid was gebleken, dat de Commissie zich op het terrein op de hoogte stelde van de mogelijkheid van praktische uitvoering van de ter vergadering naar voren gekomen meeningen inzake de samenstelling van een boschstatistiek. III. DE BESPREKINGEN IN DE COMMISSIE. Een chronologisch overzicht van de besprekingen van de Commissie werd vastgelegd in de notulen van de gehouden vergaderingen. Het komt de Commissie overbodig voor die notulen in dit rapport op te nemen. Zij meent te kunnen volstaan met het geven van een overzicht van het besprokene en met het formuleeren van de gevolgtrekkingen. IV. NUT EN NOODZAAK VAN EEN BOSCHSTATISTIEK. Hoewel uit de omstandigheid, dat door Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw onze Commissie werd samen gesteld, moet worden afgeleid, dat te bevoegder plaatse het nut en de noodzaak van een boschstatistiek voor Nederland ten volle wordt inge zien, was onze Commissie toch van oordeel, dat het op haar weg ligt, deze zaak principieel onder de oogen te zien. Zij nam daarom kennis van het terzake besprokene op het Wereldboschcongres van 1926 te Rome, waar het vraagstuk van de boschstatistiek door 800 afgevaardigden uit 58 landen ernstig werd overwogen en waaromtrent eenstemmig con clusies werden genomen. Deze conclusies zijn opgenomen in de sedert gepubliceerde verhande lingen van het congres en geven aan, dat een boschstatistiek in alle landen noodzakelijk is om twee hoofdredenen:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 114