118
De vraag of voor een boschstatistiek gestreefd moet worden naar een
statistiek, die voortdurend wordt bijgehouden, dan wel moet worden vol
staan met een grondig onderzoek, dat bijvoorbeeld om een zeker aantal
jaren zal plaats hebben en dan als grondslag voor het tusschenliggende
tijdvak zal dienst doen, wordt door de Commissie daarom in dien zin
beantwoord, dat in verband met de moeilijkheded aan een nauwkeurige
opneming verbonden, zal moeten worden volstaan met tienjaarlijksche op
nemingen.
IX. HET OPNEMEN VAN DE OPPERVLAKTE TER PLAATSE.
Onze Commissie is eenstemmig van meening, dat de kadastrale dienst,
door den aard van zijn werk, als aangewezen is voor het verrichten van
de opneming van de bosschen op het terrein wat aangaat ligging, opper
vlaktebepaling en wat verder daarop betrekking heeft.
X. WELKE GEGEVENS, BEHALVE DE OPPERVLAKTE, ZIJN GEWENSCHT EN
KUNNEN GELIJKTIJDIG WORDEN OPGENOMEN
Het spreekt van zelf, dat men met een oppervlaktestatistiek zonder
verdere gegevens niet kan volstaan. Van welken kant men het vraagstuk
der samenstelling van een boschstatistiek ook bekijkt, en voor welke doel
einden men zulk een statistiek wil doen gebruiken, steeds zal het nood
zakelijk blijken dat de verzamelde gegevens uitsluitsel kunnen geven
nopens de gesteldheid van het bosch.
Onze Commissie meent, dat de boschstatistiek zich, wat de gesteldheid
van de bosschen betreft, voorshands zal moeten bepalen tot een onder
scheiding in de volgende vijf groepen
1. opgaand loofhout;
2. naaldhout;
3. hakhout;
4. griendhout;
5. opgaand populieren- en wilgenhout.
Groep 5 wordt afzonderlijk gehouden teneinde een overzicht te ver
krijgen van de beschikbare hoeveelheid klompenhout in Nederland.
Daarnaast kunnen in een 6de groep, hoewel feitelijk buiten de eigen
lijke boschstatistiek vallende, worden opgenomen de woeste gronden, waar
over hieronder nader.
Behalve een onderscheiding van de bosschen in de genoemde vijf
groepen, is het van belang te weten, hoe de eigendomstoestand van de
bosschen is. Ook hieromtrent is het kadaster de aangewezen instelling
om de noodige gegevens te verschaffen.
De Commissie is van oordeel, dat, wat den eigendomstoestand betreft,
vier rubrieken behooren te worden onderscheiden, t.w.: