11
Verder bracht hij ter kennis van de Union de op 29 Juni 1926 te
Brussel genomen besluiten van den Conseil de Recherches
„1. L'Assemblée générale, sur la proposition de la Grande-Bretagne,
de la Suède et des Pays-Bas, invite l'Allemagne, l'Autriche, la Hongrie
et la Bulgarie a adhérer au Conseil international de Recherches et aux
diverses Unions qui y sont rattachées en indiquant l'institution destinée a
devenir l'organisme adhérant.
„2. Vu la demande formulée par le Bureau de l'Union Géodésique et
Géophysique, a l'effet d'adopter désormais une unilé monetaire stable pour
le calcul des cotisations a payer par les Etats associés.
Considérant etc.,
„Le Conseil,
Voulant éviter de trop brusques changements dans les demandes de
fonds adressées dans ce but par les Comités nationaux aux organismes
financiers qualifiés des divers pays,
„Décide pour ce qui le regarde, que la „part unitaire" fixée a 250 frs.
par Particle 19 des Statuts, sera désormais réduite a un chiffre compris
entre un tiers et un cinquième du chiffre primitif, mais qu'elle sera payable
en francs-or."
Het vijfde punt der agenda betrof het van Amerikaansche zijde gedane
voorstel om te geraken tot eene nadere regeling van tijd en plaats voor
de vergaderingen van twee der Unions, die voor Geodesie en Geophysica
en die voor Astronomie. Na de slechte ondervinding in 1922 te Rome
opgedaan, om deze beide Unions gelijktijdig en op dezelfde plaats bijeen
te roepen, vergaderen zij niet in hetzelfde jaar, maar aldus zijn voor vele
heeren uit veraf gelegen landen, die uit den aard hunner positie zoowel
in de eene, als in de andere vergadering aanwezig dienen te zijn, ernstige
bezwaren ontstaan. Het voorstel beoogt te geraken tot eene regeling,
waarbij de twee Unions zullen vergaderen met enkele weken tijdsverschil
op twee plaatsen, welke niet te ver van elkander verwijderd liggen.
Besloten wordt, dat het Bureau der Union G. et G. zich in verbinding
zal stellen met dat der Union Astronomique om zoo mogelijk tot eene
oplossing in den gewenschten zin te geraken. Daarbij zal gerekend moeten
worden op vergaderingen in 1930, wegens de herziening der statuten,
welke in 1931 zal moeten ingaan.
Het zesde punt der agenda had betrekking op de reeds in 1924 te
Madrid besproken moeilijkheid, welke zich voordoet, wanneer een afge
vaardigde wenscht deel te nemen aan de werkzaamheden van meer dan
één der zeven secties van de Union.
Op voorstel van den heer Bowie werden Voorzitter en Secretaris
der Union uitgenoodigd om zoo mogelijk aan deze klacht tegemoet
te komen door het instellen van kleine commissies, welke speciale