122
XV. VERWERKING VAN DE KADASTRALE GEGEVENS EN VERDERE SAMEN
STELLING VAN DE BOSCHSTATISTIEK.
Onze Commissie is van meening, dat de samenstelling van de statistiek
behoort te geschieden door de zorg van de Directie van het Staatsbosch-
beheer volgens een door den Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw in overleg met bovenbedoelde vaste Commissie vast te stellen
schema. Bij dat beheer zal een bepaald, technisch onderlegd ambtenaar
met deze taak moeten worden belast.
De onder VI bedoelde gegevens zullen moeten worden verwerkt in een
afzonderlijk, om de 10 jaren uit te geven, verslag.
De gegevens echter bedoeld onder e, f, g en h behooren jaarlijks te
worden verzameld en openbaar gemaakt.
De jaarlijksche gegevens behooren naar onze meening te worden opge
nomen in het Verslag van den Landbouw en zullen daar zeker op hun
plaats zijn.
Behalve de verzameling van de zooeven genoemde jaarlijksche gegevens
zal de vanwege het Staatsboschbeheer met het samenstellen van de bosch-
statistiek te belasten ambtenaar plaatselijke onderzoekingen moeten ver
richten naar de meer gedetailleerde gesteldheid van de bosschen.
Hij zal aan de hand van de kadastrale gegevens in boschrijke streken
o.m. moeten nagaan, hoe het staat met de leeftijdsverhoudingen van de
in de tabellen en eventueel op de boschkaart aangegeven bosschen. Het
kan toch, noch voor de houtvoorziening, noch voor het natuurschoon, noch
om velerlei andere redenen onverschillig zijn, of een uitgestrektheid bosch
uit jonge, dan wel uit oude boomen bestaat. Evenmin mag in boschrijke
streken verwaarloosd worden een inzicht in de wijze, waarop jong en oud
bosch door elkander voorkomt, al ware het slechts met het oog op het
brandgevaar in bepaalde complexen van grootere uitgestrektheid. Ook is
het wenschelijk en noodig in sommige gebieden nader georiënteerd te
zijn omtrent de boschgesteldheid in verband met de plaatselijke hout
voorziening (geriefhout, brandhout, klompenhout, tuindershout, enz.).
In het kort: er zijn tal van zaken, die nader, meestal plaatselijk onder
zoek behoeven, waarvoor een boschbouwkundig statistisch ambtenaar,
zooals men dien o.a. ook bij het Boschwezen in Nederlandsch-Indië kent,
onmisbaar is.
XVI. HET OPNEMEN VAN DE WOESTE GRONDEN.
Het zal mogelijk zijn bij de opneming van de bosschen door den
kadastralen dienst tevens de woeste gronden op te nemen en er bestaat
dan ook geen bezwaar, deze in een afzonderlijke tabel, dan wel in enkele
kolommen van de onder XII bedoelde tabel onder te brengen. Ook op
de boschkaart zullen deze gronden kunnen worden aangegeven.