Het gevolg hiervan is, dat op vele plaatsen de Gemeentebesturen noodgedwongen zelf de hand aan den ploeg moeten slaan om de geregelde uitbreiding van hun Gemeente te verzekeren. Hierdoor ontstaat het dubbele meten. Het lijkt de Commissie onjuist om dezen bestaanden, maar ernstig af te keuren toestand te trachten te verbeteren, door voor stellen te doen, die als het ware dezen toestand min of meer zouden bevestigen en waarvoor deze slechte toestand het uit gangspunt zou zijn. Zoo is het toch af te keuren, dat het Kadaster, teneinde betere kaarten te verkrijgen, daarvoor gebruik gaat maken van meetgetallen van buiten her dienstvak staanden. Indien het werkelijk een algemeen belang is, dat op belangrijke schaal tot hermetingen moet worden overgegaan, zou het Kadaster in eigen dienst kunnen nemen veldassistenten, lager ontwikkeld technisch personeel, dat onder leiding en verantwoordelijkheid van den Landmeter, uitsluitend te velde, diens taak zou verlichten, zooals thans reeds op het kantoor door de assistentie van de teekenaars geschiedt. Het komt de Commissie voor, dat bij de uitvoering van hermetingen en trouwens ook bij den bijhoudings- dienst in hermeten gedeelten van groote steden (b. v. voor stich tingen van huizenblokken), zeer goed te profiteeren zou zijn van dergelijke goedkoope werkkrachten. Door een samenwerking met andere diensten, hoe plooibaar ook, zal nooit bereikt kunnen worden bij het werk van den Landmeter, datgene wat men bereikt, indien men in eigen beheer, met eigen personeel, de zaak aanpakt. Het is daarom te betreuren, dat thans, al is het ook noodgedwongen, soms gebruik moet worden gemaakt van de hulp van anderen. Uit een organisatorisch oogpunt is dit af te keuren. Het zal evenwel altijd een maat schappelijk belang blijven, dat het contact tusschen de verschillende takken van dienst zoo welwillend mogelijk is. Het Kadaster moet zijn schat van gegevens bereidwillig ter inzage stellen, zoodat er steeds gebruik van gemaakt kan worden. Omgekeerd moet het Kadaster altijd inzage kunnen hebben van metingsstukken, die in de andere archieven aanwezig zijn en zou het toezicht op onze vaste punten aan het Gemeentepersoneel moeten worden aanbevolen. Duidelijkheidshalve moet nog worden vermeld, dat het belang rijkste werk van den Landmeter, zijnde het vastleggen van de grenzen van den eigendom, nooit uit diens handen mag worden 129

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 129