134
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Eenig artikel.
Het tweede lid van art. 59 der wet van 26 Mei 1870 [Staatsblad u"82)
wordt ingetrokken.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en
dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambte
naren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen
houden.
Gegeven te Crans bij Montana, den i8den Mei 1929.
WILHELMINA.
De Minister van Financiën,
De Geer.
Uitgegeven den dertigsten Mei I929-
De Minister van Justitie,
J. Donner.
WIJZIGING IN DE WET OP HET NOTARISAMBT.
(Stbl. n°. 256.) WET van den i8de" Mei 1929, houdende wijziging van de
artikelen 3, 12 en 14 der Wet op het Notarisambt.
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Neder
landen, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooien lezen, salut, doen ze weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is eene
aanvulling te brengen in het eerste lid van artikel 12 der Wet op het
Notarisambt, alsmede eenige wijziging van terminologischen aard in het
tweede lid van de artikelen 3 en 14 dier Wet;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Eenig artikel.
In de Wet op het Notarisambt (wet van 9 Juli 1842, Staatsbladn°. 20),
gelijk deze laatstelijk is gewijzigd, worden de navolgende aanvulling en
wijzigingen gebracht:
In het tweede lid van artikel 3 wordt het zindeel „een reglement van