144
werken, de belangrijke overschrijding vloeit verder voort uit het
drukken van requesten en overdrukken rede prof. Dieperink.
Door het grooter getal leden was ook de uitgave onder p. grooter,
terwijl tevens enkele afd. achterstallige gelden moesten innen.
De andere posten geven geen aanleiding tot opmerkingen. Het
aantal gewone leden bedroeg 167, het aantal buitengewone leden 39.
Bij het bestuur waren ingeschreven 25 abonnés en bij den boek
handel 27.
Aldus opgemaakt te Leeuwarden, 29 April 1929.
De Penningmeester
O. J. Jonas.
Het vorenstaande is door ons onderzocht en deugdelijk bevonden.
Leeuwarden, 29 April 1929. De Leden,
(w.g.) H. G. de Ruiter.
E. Prinsen.
Begrooting over 1930.
De inkomsten zijn ongeveer geraamd als over voorgaande jaren.
De post advertenties is iets lager geraamd, daar sommige con
tracten niet vernieuwd zijn.
Ook de uitgaven zijn in overeenstemming met afgeloopen jaren
geschat. De post onder p. moest hooger zijn, daar er meer leden
in afdeelingen vereenigd zijn, terwijl de post onder e. verhoogd
werd om daaruit zoo noodig de kosten van ingestelde of nog in
te stellen commissies te kunnen bestrijden, en verder het feit, dat
het bestuur ver uit elkaar woont, de bestuursonkosten verhoogt.
Het Bestuur.
