i5
stemmen in de vergaderingen der Sectie over besluiten, waaromtrent
blijkens de discussies geen eenparigheid van gevoelen bestaat.
Wegens een tekort aan talenkennis verkeeren vele leden in onzekerheid
omtrent de juiste strekking van een besluit, wanneer zij van den geschreven
of gedrukten tekst niet vooraf kennis konden nemen.
De Sectie toonde weinig lust om een aanvang te maken met reglemen
teering van allerlei zaken, maar bleek bereid maatregelen te nemen ter
ondervanging van het genoemde bezwaar.
Voor de samenstelling eener jaarlijksche geodesische bibliografie werd
opnieuw de medewerking der nationale commissies ingeroepenevenzoo
voor het verzamelen van een geodesische bibliotheek ter secretarie van
de Sectie.
De nationale rapporten over het tijdvak 19241927 werden ingediend,
zooveel mogelijk gedrukt rondgedeeld, maar gelukkig slechts bij uitzonde
ring in hun geheel voorgelezen. Zij worden, in één deel van de Travaux
de la Section de Géodésie vereenigd, later verspreid.
Voor Nederland werd het rapport ingediend door Heuvelink en
Muller. Daarbij werd melding gemaakt van de berekening van eenige
resultaten der primaire driehoeksmeting geldig voor de internationale ellip
soïde en den internationalen Meter, (zie: Verslag der Rijkscommissie over
1925) en van de slingerwaarnemingen te land en ter zee, waarover reeds
in het jaarverslag 1926 der Commissie mededeelingen werden gedaan.
Het algemeene rapport voor Frankrijk werd aangevuld met een voor
dracht van P. Helbronner, over de door hem sedert ongeveer 25 jaren
met eigen kracht en eigen geldmiddelen ondernomen en uitgevoerde drie
hoeksmetingen in de Fransche Alpen en ter verbinding van Corsica met
den vasten wal.
De rapporteurs over bepaalde onderdeelen der geodesie deden mede
deelingen over den stand hunner werkzaamheden. De meesten hunner
klaagden, dat vele der door hen uit andere landen te ontvangen bijdragen
zich lieten wachten, zoodat zij niet in staat waren een volledig rapport
over te leggen. De beschikbare rapporten zullen, zoodra de geldmiddelen
der Sectie zulks toelaten, in de Travaux de la Section de Géodésie, op
genomen worden.
Door Vening Meinesz werd een voordracht gehouden, waarin eerst
een korte beschrijving werd gegeven van zijn verbeterd slingertoestel en
daarna meer uitvoerig de reisroute van de K XIII over den Atlantischen
en den Stillen Oceaan en de voorloopig berekende waarden van de resul
taten der volbrachte waarnemingen werden besproken. Na afloop der
voordracht bedankte de voorzitter in warme bewoordingen alle autoriteiten
en personen, daarbij Vening Meinesz in het bijzonder, voor het zeer
belangrijke ondernemen, waartoe zij hebben medegewerkt, en sprak hij