co,(''-C) idl?c-cotC' (4o) Teneinde deze vergelijking te kunnen interpreteeren, zullen wij gebruik maken van barycentrische coördinaten. Allereerst zal men dus moeten nagaan het verband tusschen de grootheden cot (x A) enz. en de barycentr. coördinaten jui,u2, u3| van het punt. Wij hadden: K sin x sin A U] K cot a cot A sin (x A) sin I sin hieruit volgt: K sin2 A sin K« A) Aj K gjn2 A A A», sin A sin (a: A) 1 v cot(«-A) feT^A-cotA (38) en eveneens is 00t(<®-B)=KlSïB-C°tB (39) De drie laatste vergelijkingen opgeteld geven p [cot (x A)] ^jnTc) q ^4I) waarin q [cot A], Om K te bepalen gaan wij uit van de in 3 afgeleide be trekking (20). Deze luidde cot (x A) cot (f3 B) 4- cot (x A) cot (y C) -f- cot (|9 B) COt (y C) I. Hierin moeten worden ingesteld de waarden van deze cotan- genten volgende uit (38), (39) en (40). Men krijgt dan na uitwerking: u, u2 u, u3 u2 u3 K2 \sin2 A sin2 B sin2 A sin2 C sin2 B sin2 C 1 I cot B -j- cot C cot A 4- cot C cot A 4- cot B -k[ sin2 A sin2 Bsi.^C "3) cot A cot B cot A cot C -f- cot B cot C 1 (42) Nu is: cot B -j- cot Ccos B sin C -|- sin B cos C 1 sin2 A sin2 A sin B sin C sin A sin B sin C 164 ~T~ „,*9 a 9 n 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 164