machtlijn zijn ook exemplaren ervan, men vindt ze uit (44) door voor p te substitueeren resp. 00 en q. In fig. 10, is een en ander geteekend. M is het middelpunt van den omgeschreven cirkel van den grond- driehoek; IGH is de machtlijn, poollijn van het punt K van den omgeschreven cirkel. Omdat bij een cirkel de poollijn van een punt steeds loodrecht staat op de verbindingslijn van dat punt met het middelpunt, staat de lijn M K loodrecht op IGH. Deze lijn is de centraal van den cirkelbundel. Om een willekeurig exemplaar van den bundel te teekenen, trekken we de raaklijn NR aan den cirkel M en beschrijverv met N R als straal om N een cirkel. Omdat N als punt van de machtlijn, gelijke macht heeft t. o. v. alle cirkels van den bundel, zullen alle raaklijnen uit N aan deze cirkels getrokken, even lang zijn. De cirkel om N snijdt dus alle cirkels van den bundel lood recht. In een willekeurig punt T van den cirkel N trekken we nu eenvoudig een raaklijn. Het snijpunt S van deze lijn met de centraal is het middelpunt van een cirkel van den bundel. T S is de lengte van den bijbehoorenden straal. De punten P en Q zijn de puntcirkels van den bundel. Wij willen thans trachten, de coördinaten van het middel punt van een der cirkels, b.v. S, te vinden. f'fo 0 166 t) Z is het zwaartepunt van J ABC; K het punt van LemoineN is het snij punt van de machtlijn met de centraal. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 166