188
zou dan alleen steekproeven willen laten bestaan. De heer O. J.
Jonas ziet in wezen geen veran'dering en zou willen trachten
de veranderingen te bereiken in samenwerking met de I. V.'s.
Art. Q9 wordt daarna aangenomen met 32 stemmen vóór, 15
tegen en 10 in blanco.
Bij de verdere algemeene beschouwingen wijst de heer Roelofs
op de misleiding gelegen in den titel «Ingenieur-Verificateur». Hij
verzoekt het Bestuur te ijveren voor den titel «Directeur». De
Voorzitter acht het niet op den weg der Vereeniging liggen
daarvoor te ijveren maar zegt toe te gelegener tijd het eens ter
sprake te zullen brengen.
De heer J. H. Jonas wil in art. 163 «een landmeter» vervangen
door «districtslandmeter». De Voorzitter deelt mede, dat de
strekking is, dat de landmeter leider is en niet de I. V. De
redactie wordt nader veranderd in «districtslandmeter of land
meter». Aangenomen.
De heer Dik wijst er op dat de 4de alinea van art. 171 kan
vervallen. De vergadering gaat hiermee accoord.
De heer Har kink stelt een andere redactie van art. 2 voor,
eigendomsgrenzen te vervangen door zakelijke rechtsgrenzen.
Verder aan art. 10 toe te voegen adj.-commiezen en uit art. 17
den eisch van de geneeskundige verklaring te laten vervallen en
ten slotte het formulier van art. 216 aan te vullen met een
kwitantie voor storting. De Voorzitter wil de geneeskundige
verklaring handhaven om de invoering van een controleerend
geneesheer te voorkomen.
De heer Meindersma zou het reg. 14 van art. 216 per district
willen aanhouden. De Voorzitter acht één register per kantoor beter.
Bij art. 17 maakt de heer Ploegsma de opmerking om den
termijn van 3 dagen te vervangen door 5. De Voorzitter meent
dat dit een algemeene regel is ter voorkoming van misbruik.
De heer E. Prinsen vraagt bij art. 167 wie bewaarder van
het archief is. De heer Tienstra wenscht splitsing daarvan
per district. De heer Heines meent dat men zeer voorzichtig
moet zijn met een splitsing tusschen technisch en administratief
archief. De heer Smit wijst er op dat men geen verkeerde ideeën
in de hand moet werken en de heer Steenbergen wijst op
brandgevaar, dan moet er één baas zijn, terwijl de heer J. H. Pieters
alles wat kan leiden tot verbrokkeling wil weren.