I9i tegen teekenaars met diploma landmeten. Dit zou ook geen be zuiniging geven. Hij dringt aan op verbetering der teekenaars- opleiding. Centrale opleiding; aanmelding op 15 20jarigen leef tijd, geen 3-jarige H. B. S., dadelijk vergelijkend examen en daarna 2 jaar cursus. Hij vraagt verder of de triangulatiecommissie niet mee kan helpen aan uitbreiding van den technischen grondslag. De heer Fortuin verklaart dat bezuiniging niet het eerste doel van het voorstel Amsterdam is, maar wel voorziening van den technischen grondslag. Er is een heilig huisje aangeroerd, maar zoo is het vroeger met de teekenaars ook gegaan. Het vooroordeel moet overwonnen worden en een proef genomen. De Heer Wolters ondersteunt de woorden van den heer Steenbergen om meer teekenaarsassistentie te hebben. De heer J. H. Pieters stelt in 't licht dat indertijd de aandrang naar teekenaarshulp ook uitgegaan is van de landmeters. De heer Smit heeft vaak de behoefte gevoeld aan veldassi- stenten. Het vele werk dringt in die richting. Anders zullen andere diensten zich zelf helpen. Een commissie moet oordeelen over opleiding en werkkring van den assistent. Bij het schema ingediend bij de commissie Jansma is de eenheid «het district» en in de districten welke overbelast zijn komen assistenten voor alle werkzaamheden. Dus niet nog meer officieren maar uit breiding met sergeanten en korporaals. De heer Tienstra is tegen tijdelijke krachten. In Hilversum komt wel bezuiniging, daar meer afgedaan kan worden. Tegen over het gevaar voor de opleiding in Wageningen staat een ander, n.l. dat het dure Kadaster uitgeschakeld zal worden. Uitbreiding van het aantal teekenaars raakt het principe der assistenten niet. De Voorzitter stelt nu voor, het Bestuur uit te breiden met een commissie, om 't volgend jaar een verslag uit te brengen waarin alle stroomingen tot uiting komen. Het voorstel Amsterdam wordt nu aangenomen met 46 tegen 14 stemmen. Bij punt g, doet de Voorzitter mededeelingen van een actie tot verandering van de opleiding tot landmeter. Contact is verkregen met het bestuur van den Landmeterscursus, het bestuur van de vereeniging van hoofdambtenaren bij het Kadaster en den heer Polderman. Er zal een voorstel worden gedaan om de studie uit te breiden met één jaar praktijk, zonder verzwaring van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 191