geven, waarvan de coördinaten of reeds bekend waren, of door puntsbepaling zijn bepaald. De uitkomsten der hoek- en afstandsmetingen zijn in handen gesteld van den Kadastralen Dienst, die daaruit langs den ge bruikelijkerweg de coördinaten van de punten berekende. Ten einde een goed inzicht te verkrijgen in de met deze methode van werken te verkrijgen nauwkeurigheid werden de uitkomsten der metingen opgenomen in vereffeningen voor hoeken en zijden tegelijk vrij van gegevens langs anderen weg verkregen en de metingen zelf aan een nader onderzoek onder worpen. Om bij het vereffenen van het complex van veelhoeken de systematische fout in de lengtemeting te kunnen uitschakelen, werd uitgegaan van de vereffening van den gesloten veelhoek, in figuur 3. aangegeven door de volgetrokken cirkeltjes, waaraan de polygonen van lagere orde vervolgens werden aangesloten. Op de methode van vereffenen voor hoeken en zijden tegelijk, welke methode, naar ik meen, in ons land bij deze meting voor het eerst op een complex van veelhoeken werd toegepast, wil ik hier niet nader ingaan. Ik wil volstaan met op te merken, dat het rekenwerk ongeveer driemaal zoo omvangrijk is als bij de gebruikelijke wijze van werken. Het inzicht in de nauwkeurigheid van een polygoonmeting wordt er echter zeer door verruimd. In tabel 4 zijn de uitkomsten met deze wijze van vereffening verkregen vermeld. Naast de sluitfouten voor de coördinaten en de hoeken, zijn opgenomen de totale sluitfout Ds en haar com ponenten Dh en Dl loodrecht op, en in de hoofdrichting van den veelhoek. Voorts treft men er in aan het aantal van de hoeken, hun gemiddelde, grootste en kleinste correctie, de gemiddelde lengte van de polygoonzijde, benevens de gemiddelde, grootste en kleinste correctie in mm voor de zijden. Uit de uitkomsten van de kadastrale vereffening leidde ik af, dat de gemiddelde, grootste en kleinste correcties voor de hoeken resp. bedragen 24, 154 en o cc, terwijl de gemiddelde, grootste en kleinste correcties voor de zijden zijn 10,5 mm, 3 mm en o mm. De driehoekspunten IV en V zijn in de polygoonmeting opge nomen. Het driehoekspunt I, het punt Wageningen I, werd door een lokale driehoeksmeting aan de veelhoeksmeting verbonden, terwijl de punten III en II, resp. de toren van Renkum H.K. en 202

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 202