over 61 naar punt 30 moest onder zeer ongunstige omstandig heden gemeten worden. Niet alleen was de temperatuur dien dag buitengewoon hoog, maar ook de gesteldheid van het terrein, laag eikenhakhout omgeven door opgaand hout, werkte uiterst nadeelig op het resultaat in. Hevige ondulatie maakte het aflezen moeielijk. De berekening wees later uit, dat bij deze meting de TABEL 7. Gemiddeld temperatuur merkbaar invloed op het resultaat uitoefende. Stelt men de uitzetting van de houten baak op 4 micron per meter en per graad Celsius, hetgeen stellig aan den lagen kant is, dan veroorzaakt een temperatuursverschil van 10 graden op 100 m reeds een afwijking van 4 mm. Nu heeft een onderzoek op het terrein achter De Valk aangetoond, dat daar een houten baak een temperatuur kan aannemen, die tot 20 graden toe afwijkt van de temperatuur der omgeving, wanneer het oppervlak van de baak loodrecht staat op de richting naar de zon. Hoe meer de baak in lengterichting gericht is naar de zon, hoe minder de temperatuursverhooging optreedt, Bij gebruik van houten baken 2o8 Afstand. m. m. f. in het meten van een strepen-afstand. m'. Gemidd. fout m in het meten v. een strepen-afstand. ffl/ 30 2.02 1.58 00 40 2.37 I.92 1-234 50 2.58 2.13 1.211 60 2.69 2.0I 1.338 70 2.83 2.20 1.286 80 3." 2.43 1.280 90 2.69 2.29 I.I75 IOO 2.97 2.32 1.280 1.260

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 208