Nimmer werden de waarnemingen echter ter wille van de ondu latie gestaakt. De ervaring heeft geleerd, dat men zich, mits goed geoefend in het aflezen, daaraan aanpast en dat het doen van 10 aflezingen den invloed van de ondulatie voldoende reduceert. De tijd van waarnemen liep van 8U30 tot i2u en van 14" tot ongeveer i7u30. In tegenstelling met de metingen in O.N.O., waar alle afsfandsmetingen door mij persoonlijk werden uitgevoerd, omdat het een eerste proef gold, zijn nu de baakaflezingen voor de helft door de studenten gedaan. De punten Pijler, KB, K 12 en K 20 werden in coördinaten bepaald door het meten van richtingen met een theodoliet van de firma Wild. K 22 werd bepaald met behulp van den Kadaster theodoliet van Hildebrand, waarmede in O.N.O. werd gewerkt, terwijl de coördinaten van het punt V. P. 69 zijn ontleend aan de kadastrale vereffening van O.N.O. Fig. 4 toont de ligging van deze vijf driehoekspunten en de polygonen, waardoor het punt K 22 met de vijf andere punten is verbonden. De overige poly gonen, die gemeten zijn, zijn uit de figuur weggelaten. Be rekent men uit de gegevens van de veelhoeksmetingen de omtrekszijden van den vijfhoek en de driehoekszijden, die K 22 met de andere punten ver binden en berekent men deze afstanden eveneens met behulp van de gegeven coördinaten, dan doet een vergelijking, in tabel 9 opgenomen, zien, dat ook in dit open terrein de indirecte afstandsmeting volgens de dubbelbeeldmethode zeer goed voldoet. Volledigheidshalve zij hier vermeld, dat de constante A opnieuw uit de reeds vermelde 17 afstandsmetingen werd bepaald, nadat de constante B door op meting aan het instrument was vastgesteld op 0,200 m. Voor A gaf de berekening de waarde: 2 IO 101,12654 0,0030 De middelbare fout is niet onbeduidend kleiner geworden. VeeLhoeksmeting „Wageningsche Eng» 4 K 20 1929 K 12 i PULER Fig. 4.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 210