eengebouwde voorsteden en dorpen niet tot afscheiding verstrekke van aan elkaar grenzende huizen, opene plaatsen en tuinen», aan te vullen met als derde alinea: «De afstand geschiedt door eene daartoe strekkende verklaring bij authentieke akte en inlevering dier akte ten hypotheekkantore.» Ter toelichting bevat het rapport: «De vele twistvragen, waar toe dit artikel aanleiding geeft, kunnen thans niet tot oplossing worden gebracht, doch het is wenschelijk geoordeeld den vorm te regelen, welke voor het «laten varen» van het recht van mede eigendom in den gemeenen muur moet worden in acht genomen- Door hiervoor te eischen eene authentieke akte en inlevering van die akte ten hypotheekkantore sluit de bepaling zich geheel aan bij hetgeen overigens voor overdracht en afstand van eigendom is bepaald.» Waarom heeft de commissie nu voor het ontstaan van het recht van mede-eigendom in den gemeenen muur geen authen tieke akte voorgeschreven? Een authentieke akte te eischen in geval een muur, die bij gelegenheid van zijne verhooging niet tevens verzwaard (verbreed) is, weder in zijn geheel mandeelig wordt gemaakt, mag wellicht overbodig worden geacht, tenzij men het wenschelijk oordeelt, dat de rechtstoestand van een scheidsmuur openbaar zij; is de verhoogde muur tevens verbreed, en dus als gevolg van het herstel der mandeeligheid over zijn geheelen omvang, de grens lijn verplaatst, zoo is een authentieke akte in te leveren ten hypotheekkantore noodzakelijk voor de juiste bijhouding van een vernieuwd kadaster. In het systeem der Staatscommissie past het evenmin, dat zij de twistvragen, waartoe art. 683 aanleiding geeft, niet tot op lossing heeft gebracht, voor zoover die twistvragen de eigen, domsgrenzen betreffen. Slechts een authentieke verklaring van afstand wordt geëischt. Wat zal het rechtsgevolg zijn ten aan zien van de eigendomsgrens, indien een akte wordt ingeleverd, inhoudende dat A, eigenaar van perceel 10, verklaart zijn mede eigendom op den tusschen zijn genoemd eigendom perceel 10, en perceel 11, eigendom van B, staanden scheidsmuur laat varen Is door deze verklaring tevens door A afstand gedaan van den grond waarop de scheidsmuur ter halver breedte staat? Men kan dat niet onvoorwaardelijk aannemen. Indien B den 217

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 217