25
gingen onmiddellijk op de nette plans aangebracht worden.
Uiterlijk binnen 5 dagen zendt deze de metingstukken aan
den controleur.»
Voor de argumenten wordt verwezen naar het Tijdschrift v.
K. en L. jaargang 1922, blz. 117: «Art. 99 I. K. 2e en3elid»
door M. A. Hollestelle. Voor spoedstaten is het oogenblik
van ontvangst als tijdstip van ontstaan behouden, opdat nog
op den dag van ontvangst, nieuwe nummers gebruikt en
extracten afgegeven kunnen worden.x)
De onmiddellijke bijwerking van de nette plans is van groot
belang voor het publiek, dat goed voor de inzages betalen moet
en voor het nauwkeurig vervaardigen van extracten-plan.Xï)
Art. 102. In verband met het bovenstaande, dienen de woorden
«de nette plans» uit de 2e alinea te verdwijnen.
Art. 120. De redactie van dit artikel zou eenigszins veranderd
moeten worden in verband met de voorgestelde wijziging van
art. 55 I. K.
Bovendien zou overwogen kunnen worden het 3e lid ook
toepasselijk te verklaren op notarieele akten, die niet gerecti
ficeerd worden en het 4e en 5e lid te laten vervallen, (voor dit
laatste zie bovengenoemd artikel van M. A. Hollestelle. XI1)
Art. 144. Indien men meent, dat de overheid er voor heeft te
waken, dat niet door den verkeerden persoon belasting betaald
wordt, en men niet het onpopulaire fiscale standpunt: «dan
moeten ze maar reclameeren» inneemt, dan is de tegenwoordige
regeling van art. 144 I. K. niet voldoende.
In de eerste plaats denk ik aan de vele gevallen, dat op het
overgedragen gedeelte een huis gesticht is, waarvan de schatting
voor den loopenden dienst is of wordt toegepast.
In de tweede plaats aan den aanleg van groote werken
(spoorwegen, kanalen geen wegverbreedingen) waarbij de op
meting dikwijls eerst na vele jaren geschiedt.
Naar mijne meening zou een billijke oplossing verkregen
kunnen worden, door de belastbare opbrengst voorloopig te
■verdeelen.
Dit geeft natuurlijk eenig werk, maar dat geeft de tegen-
