3°
BOSCHSTATISTIEK.
In de 2e aflevering van den vorigen jaargang vermeldden wij
de samenstelling der Commissie voor gegevens omtrent het bosch-
bezit hier te lande en de haar gegeven opdracht.
Het Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij bevat in
de ie aflevering van dit jaar het Rapport dier Commissie. Wij
veroorloven ons de aan het slot voorkomende «samenvatting»
hier over te nemen.
De Commissie is van oordeel:
1. Voor Nederland is een boschstatistiek noodzakelijk.
2. Deze statistiek worde gescheiden in twee hoofdgroepen, t.w.
a. de houtproductie en
b. de in- en uitvoer en het verbruik van hout.
3. Volstaan zal moeten worden met tienjaarlijksche opnemingen.
4. Het opnemen van de ligging en gesteldheid der bosschen
en de oppervlaktebepaling geschiede door den dienst van
het kadaster.
5. De bosschen worden daarbij naar hun gesteldheid onder
scheiden in 5 groepen. Wegbeplantingen en rijen opgaande
boomen worden afzonderlijk opgenomen. De woeste gronden
vormen een afzonderlijke groep. Naar den eigendomstoestand
worden 4 groepen onderscheiden.
6. Het vastleggen van deze gegevens geschiede in tabelvorm
en op een nader vast te stellen wijze op een boschkaart.
7. Ter nadere beslissing over de wijze van samenstelling van
een boschkaart blijve onze Commissie voorloopig bestaan.
8. Er worde een vaste Commissie voor de boschstatistiek in het
leven geroepen, die den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw zal hebben te adviseeren omtrent alles wat op
deze statistiek betrekking heeft.
9. De bewerking van de boschstatistiek behoort te geschieden
door een technisch onderlegd ambtenaar, ressorteerende onder
de Directie van het Staatsboschbeheer.
10. De gegevens worden als afzonderlijk verslag openbaar ge
maakt, terwijl de jaarlijks te verzamelen gegevens daaren
tegen worden gepubliceerd in het Verslag van den Landbouw.
11. De woeste gronden worden ingedeeld in 5 groepen en in
4 groepen onderscheiden naar den eigendomstoestand.