3^ derachtig» vond en dat hij zich een mooien toestand voorstelde «als ieder chef voortaan met de sabel in de hand tegenover zijn minderen moest komen te staan, wegens dienstkwesties. «Voor zoo dwaas kunt gij mij niet houden», was Knobloch's bescheid. Tevens gaf hij de zaak bij de justitie aan en de rechtbank te Göttingen veroordeelde Kipp tot drie weken, zijn karteldrager Otto tot drie dagen vestingstraf.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 36