39 voeren, in 1889 de heer A. W. E. Kwisthout, ingenieur-verifi cateur van het Kadaster te Roermond, als lid aan de Commissie werd toegevoegd. Later, in 1911, heeft de Commissie nog verdere uitbreiding ondergaan, doordat nog meer vertegenwoor digers van dienstvakken, welke gebruik maken van de uitkomsten der Rijksdriehoeksmeting, ambtshalve zitting erin kregen. De hoekmetingen voor het primaire net waren in 1904 voltooid. In 1913 kon eindelijk, nadat allerlei omstandigheden de uit voering hadden belet, de basismeting plaats hebben. «Bei jedem Geschaft prüfe zuerst genau, was ihm vorangehen musz und was es mit sich bringt, dann erst beginne es.» Deze stelregel was ook bij de basismeting opgevolgd. Zij geschiedde van 17 Juli tot 9 Augustus op den Rijksstraatweg tusschen Amersfoort en Apeldoorn bij Stroe, met het toestel van den Franschen Service géografique de l'Armée, onder leiding van Prof. Heuvelink, door 7 ingenieurs, bijgestaan door 8 heliotropisten en een 50-tal arbeiders. Dit onderdeel van het groote werk is naar men weet uitstekend geslaagd. In 1914 had te Delft een lengte-onderzoek plaats van de bij de basismeting gebruikte meetstaaf door ver gelijking met den Nederlandschen platina-iridium meter n°. 27. De lengte der basis is in 1918 semi-definitief vastgesteld. Later is de lengte van meter n°. 27 te Sèvres nog eens opnieuw be paald; de lineaire afmetingen in het Nederlandsche net onder gingen tengevolge daarvan, en ook tengevolge van het invoeren van de internationale vergelijkings-ellipsoïde in de plaats van die van Bessel, slechts onmerkbare verandering. De hoekmetingen voor het secundaire net waren sinds 1898 krachtiger ter hand genomen. (In 1895 waren ter versterking van het personeel voor 't eerst twee landmeters van het Kadaster aan de Commissie toegevoegd.) Evenals in sommige gedeelten van Duitschland was geschied, werden dus ook bij de Neder landsche Rijksdriehoeksmeting tusschen de hoofdpunten, behalve de mede te voren verkende tusschenpunten, ook nog aanstonds tal van nevenpunten ingesteld. In 1928 zijn die hoekmetingen voltooid. En thans, nu we 1929 schrijven, staan ter beschikking de coördinaten van een 3700-tal punten, welke voor het Kadaster en voor andere technische dienstvakken van groot practisch nut zijn. Vergelijkt men dit met hetgeen in verschillende andere landen tot nu toe is tot stand gekomen als grondslag voor op-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 39