TOEPASSING VAN PUNTTRANSFORMATIES IN DE LANDMEETKUNDE. III. De conforme afbeelding. Bij onze vroegere beschouwingen hebben wij vast gehouden aan den eisch, dat rechten in het secundaire vlak als rechten in het primaire vlak zouden worden afgebeeld. De hoeken tusschen de verschillende lijnen der af te beelden figuur, ondergingen bij de afbeelding wijzigingen; bij de affiene afbeelding waren deze wijzigingen alleen afhankelijk van de richting der beenen, bij de projectieve afbeelding hingen zij bovendien af van de plaats in het vlak. Wij kunnen nu de vraag opwerpen: Is het mogelijk een af beelding op te bouwen, waarbij de hoeken onveranderd over gaan? Wij moeten ons er dan op voorbereiden, dat rechten bij de afbeelding niet meer recht blijven. Immers, alleen bij gelijk vormige vergrooting, waarbij slechts mogelijk is aansluiting aan twee punten, is behoud van rechtlijnigheid én van de grootte der hoeken mogelijk. De hoeken tusschen kromme lijnen zijn de hoeken tusschen hare raaklijnen. Wij zullen dus tot de beschouwing van elemen taire figuren moeten overgaan, welke aanleiding zal geven tot het opstellen van differentiaalvergelijkingen. 43 ic JC O O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 43