In deze teekening teekent men, met behulp van de bekende correcties der coördinaten van het punt 3, op groote schaal b.v. 1 a 10 de verplaatsing, die het punt 3 moet ondergaan, A z3. Vervolgens teekent men het middelpunt M3 van den omge schreven cirkel om A 1 2 3. Men heeft dus in teekening de lijn (3 M3) en A z3, welke een hoek maken. Om een willekeurig punt P aan te sluiten, construeert men het middelpunt MP van den omgeschreven cirkel om Ai 2 P, trekt MPP, zet tegen deze straal den hoek p uit. Aldus is de richting gevonden, waarin het punt P moet worden verplaatst. De grootte der verplaatsing berekent men uit: (j P) (2 _P) !Azp|_, Az3|(i_3) (2 _3) De afstanden (1 P) enz. kunnen voldoende nauwkeurig uit de teekening worden afgemeten, terwijl men A z3 afmeet uit de teekening op groote schaal, of berekent: l^A x32 -j~ Ay32. Is de verplaatsing gevonden dan kaarteert men die op groote schaal langs de richting van A zP, en ontbindt dan in twee com ponenten, volgens de richting der coördinaten assen. Men kan dan deze componenten afmeten en A xp en A yP zijn gevonden. 3 y y y 7965-5° 5i 2 X X - 384-03 0.12 I.09 1664.44 0.14 8146.92 0.82 130.89 0.21 - 383-91 796441 4-1664.30 8146.10 131-10 164.5 2 n.0 208.6 227.0 150.0 0.56 4401.5 1.09 3405.0 00

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 51