58
waarvan akte,
willen maken aan hun hierboven omschreven geschil en dientengevolge
zijn overeengekomen:
De comparant Plazier erkent dat het vorenomschreven driehoekig
stuk grond eigendom is van voor zooveel noodig verkoopt en levert
hij dien grond aan den comparant van der Tang, die zulks aan
neemt; een of ander tegen betaling van een bedrag van honderd en
twintig gulden, door den comparant van der Tang aan den comparant
Plazier en onder bepaling dat geenerlei vordering ter zake van het
onvergolden gebruik van dat stuk onroerend goed blijft bestaan.
Voorts verklaren partijen met elkander de volgende ruiling aan te gaan
De comparant sub i° staat af aan den comparant sub 2°, die verklaart
zulks aan te nemen, de onverdeelde helft in den eigendom van een strook
gronds lang ongeveer lêo Meters en ter breedte van 2 Meters, ten
Westen van en gemeten uit de as van voormelden gieppel, ten Noorden
begrensd door den Gantel en ten Zuiden door eene lijn op 40 Meters
afstand van den straatweg getrokken, kadastraal bekend als gedeelten
van de perceelen Gemeente Naaldwijk, Sectie B nos. 48, 49, 52, 58 en
als onderdeel van het gedeelte van het perceel n°. 46, waarover bij de
bij deze akte tot stand gekomen dading is beslist.
De comparant sub 2° staat af aan den comparant sub l°, die verklaart
zulks aan te nemen, de onverdeelde helft in den eigendom van een
strook gronds lang ongeveer 160 Meters en ter breedte van 2 Meters,
ten Oosten van en gemeten uit de as van voormelden greppel, ten
Noorden en ten Zuiden begrensd als voren, kadastraal bekend als ge
deelten van de perceelen: Gemeente Naaldwijk Sectie B nos. 46, 491
en 1267.
Voor de berekening van het evenredig recht der registratie wordt de
waarde der helft van elke der over en weer geruilde strooken aangegeven
als te zijn honderd en zestig gulden.
De comparant Plazier verklaart het aan hem verschuldigde bedrag ad
honderd twintig gulden van comparant van der Tang ontvangen te
hebben, waarvoor kwitantie bij deze.
De kosten dezer akte komen voor drie vierde gedeelte ten laste van
den comparant van der Tang en voor één vierde gedeelte ten laste
van den comparant Plazier.
Opgemaakt in minuut en verleden te Delft ten jare en dage in het
hoofd dezer vermeld en in tegenwoordigheid van de Heeren Willem
Schouten, candidaat-notaris, wonende te 's-Gravenhage en Cornelis
Vroom, notarisklerk, wonende te Delft als getuigen en evenals de com
paranten aan mij notaris bekend.