OVER DEN VORM VAN DE FOUTENFIGUUR BIJ ENKELE EENVOUDIGE GEVALLEN VAN DE PUNTSBEPALING. Inleiding. De bestaande foutentheorie geeft voor alle mogelijke gevallen de methode aan, om uit de nauwkeurigheid van de meting af te leiden de middelbare fout in de eindresultaten. De methode is echter uitsluitend algebraïsch en daardoor ontsnappen vele op merkelijke eigenschappen aan het oog. Het loont daarom de moeite om te trachten door meetkundige onderzoekingen eigenschappen op te sporen, die als zij eenmaal ontdekt zijn veel kunnen bijdragen om het inzicht te verhoogen en die het mogelijk kunnen maken, om vóór de meting een oordeel te vellen, met welke nauwkeurig heid men de waarnemingen moet verrichten, om van de gewenschte nauwkeurigheid in de resultaten verzekerd te zijn. Op de volgende bladzijden zijn enkele meetkundige eigen schappen afgeleid over de foutenfiguur bij het probleem van de puntsbepaling. Tevens werden langs anderen weg dan den tot nu toe gebruikelijken, als eigenlijk punt van uitgang eenige reeds bekende eigenschappen opnieuw afgeleid. i. Afleiding van de middelbare fouten in de coördinaten van een punt, bepaald door j binnenrichtingen. In het punt P (fig i) zijn geme ten de richtingen (i), (2) en (3) met C middelbare fout m. De punten A (x a, ya) B (xb, y b) en C (xClyc) zijn bekende punten. Voor de coördi naten xp en yj, van P wordt ge vonden Zie mijn artikel in afl. I Jaargang 1926 van dit tijdschrift.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 65