mx2 4- Mi'
a, 2
C 12
72
Men kan nl. voor deze uitdrukking schrijven
a3 a2 b3 b2
[(a3 a2)2]
[(a3—a2) (b3 b2)] i
[(a3 a2) (b3 b2)] [(b3 b2)2]
aj a3 b] b3 i
a2-ai b2 bi i
Door optelling van de 2e en 3e rij bij de ie ontstaat hieruit:
a3 ai b3 bi
a2 ai b2 b]
12 O 2
o 03
aia3 b]b3 1 =3
a2 ai b2 b] 1
Voor de hoofdrichtingen was de tweede term van (12) nul,
zoodat thans onmiddellijk in verband met (5) en (6) gevonden wordt:
m4 3m4
Hx2Hy2 SM4 12 0,2./= 2
16 p8 0,4 4 Oi2
('3)
(hierin zijn Hx en Hy de middelbare fouten in de hoofdrichtingen).
Een tweede vergelijking voor Hx en Hy kan men vinden, door
op te tellen der vergelijkingen (5) en (6).
nv
4/O12
Nu was (zie fig. 2):
bi p x!V'
b2 p Xb'
b3 p xc'
en dus is
2 i [(b3 b2)2] [(a3 a2)2] J
al p Ya
a2 p yi>'
a3 p yc.
[(b3 b2)2] -)- [(a3 a2)2] p2 (Ai B]2 Bi C12 -j- A, C,2)
In fig. 4 is de A A, B, C, nog eens afzonderlijk geteekend;
h is de hoogtelijn uit A,
neergelaten.
Men heeft nu
cot ([3 -B) COt (y C)
_CTbT_Ci Bi2
h 2 O,
cot (y C) cot (a A)
cot (<x A) cot (f3 B)
A R 2