H>-2=;r^C(a3-a2)2] Z!~^o,z T^o?=° (,5) 73 Door optelling van deze 3 vergelijkingen vindt men hieruit Hx2 Hy2 -^ (14) p [cot (cc - A)] A' Bi2+A>Ci2+C, Bt2 Men heeft derhalve: Mxa My2 ^P Dit is een tweede invariant, immers de grootheden p en Oi veranderen niet als het assenstelsel draait. Voor de middelbare fouten in de hoofdrichtingen heeft men dus ook m2 p p2 Oi Uit (13) en (14) kan men Hx2 en Hy2 oplossen. Zij zijn de wortels van de vierkants vergelijking: m2 p 3 m4 Laat men thans de asrichtingen samenvallen met de hoofd richtingen in het beschouwde punt, dan vindt men voor de middel bare fout in de ligging van het punt gemeten langs een richting die een hoek 0 maakt met de nieuwe Y as, volgens (9) m2 ■P (De grootheden a en b die hierin voorkomen hebben betrek king op het nieuwe assensysteem). Nu was H*2==7~rrr2[(b3-b2)2] 4/ Mo2 2 Ka3 aa)2] cos2 [(b3 b2)2] sin2 0 (16) 4r bt en dit ingesteld in (16) geeft: Mtf2= sin2 0 Hx2 -f- cos2 0 Hy2. (17) Zooals bekend, stelt deze vergelijking voor, de vergelijking op de poolcoördinaten Mö en 0 van de voetpuntskromme van de ellips: x2 y2 ÏV H7*=' (zie £ig' 5'» 4 *-*1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 73