83 Perceelen water, wegen, heide en bosschen acht ik in het algemeen gesproken ook minder geschikt, terwijl het van den aard van grond afhangt, hoever men bij de resteerende perceelen moet gaan. Men zal met mij eens zijn, dat vooral in gemeenten met slecht gemeten minuutplans de noodzaak natuurlijk grooter is dan in andere, waar de minuutplans «goed» zijn. De Instructie laat dit beoordeelen geheel en al over aan den Landmeter; ik zou nu hierop meer willen gaan steunen en op die manier het Kadaster trachten te verbeteren. Het behoeft dan niet speciaal uit te blinken, als een soort absoluut Kadaster, het zal het Publiek meer kunnen bieden dan het bestaande. 3°. Het derde vereischte, de juiste opgave van de eigenaren, is voor de meer waardevolle perceelen aanwezig. Het Nederlandsche Kadaster richt zich naar den eigendom, al is, in verband met de Gr.bel. wet, reeds een bezit voldoende voor den belastingaanslag. In dit opzicht is er dus meer dan verlangd wordt. Toch zal het menig Landmeter in zijn dienstwerk wel gebleken zijn, dat het Publiek soms niet overgaat tot het opmaken van een akte wegens daaraan verbonden kosten, terwijl toch bedoeld wordt onroerend goed over te laten gaan. In de waardevolle gedeelten is dit zoo goed als uitgesloten, maar hoe verder we bij de perceelen in waarde terugvallen, hoe vaker dit voorkomt. Feitelijk moet, bij constateering, overboeking op bezitter plaats hebben, volgens de Gr.bel. wet. Alleen in geval van reclame grondbelasting wordt daartoe overgegaan. 4°. De opgaven van die eigendommen, die geheel zijn vrij gesteld, of wel waarvan de belastbare opbrengst eerst later wordt geregeld of verhoogd, wordt, zoo goed mogelijk, bijgehouden al zullen deze perceelen, gedeeltelijk omdat ze buiten den handel vallen, gedeeltelijk omdat ze van slechts geringe waarde zijn, geen zeer strenge beschrijving bij het Kadaster behoeven. De grondbelasting is nihil of gering en de waarde, dus de publieke belangstelling ervoor, insgelijks. Men kan zich bij de beoordeeling van het Kadaster altijd op het wettelijke standpunt stellen. Er kan dan men denke slechts aan de uitgebreidheid der metingen in sommige ge vallen bij het Kadaster van een teveel worden gesproken. Feitelijk is het Kadaster de administratie, die op grond van overgeschreven acten en van ambtshalve verstrekte inlichtingen,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 83