Hieruit volgt, dat indien men op dezelfde wijze b.v. van het snijpunt van PB en AC was uitgegaan, hetzelfde resultaat was verkregen. Men vindt dus steeds één enkel punt, dat bij de greep juj,u2, u3j behoort en omgekeerd. De formules (25) stellen voor de transformatie formules van barycentrische coördinaten naar cartesische. Eene functie f (x, y) o tusschen de coördinaten x, y stelt voor een lijn. Vervangt men in de vergelijking van deze functie x en y door hunne waarden uit (25), dan is het resultaat, na verdrijving van de noemers, een homogene functie in de coördi naten u, die van denzelfden graad is als de oorspronkelijke functie. In het bijzonder zal dus eene homogene eerste graads betrekking tusschen de coördinaten u voorstellen een rechte lijn. De vergelijkingen van de zijden B C, CA en A B van den gronddriehoek zijn resp. Ui o, u2 o en u3 - o. De vergelijking van een lijn door het punt A is: M u2 -f N u3 o. De oneigenlijke lijn van het vlak wordt voorgesteld door: Zooals n.l. uit (25) blijkt worden voor alle punten, waarvan de coördinaten voldoen aan (26), de cartesische coördinaten oneindig groot. Thans zal worden afgeleid de algemeene vergelijking van een cirkel in barycentrische coördinaten. Hiervoor is het noodig uit te gaan van de vergelijking ervan in rechthoekige coördinaten. Deze luidt: x2_i_y2_i_2Ax-)-2By-f-C=:o. (27) Men kan nu stellen: Na instelling in (27) van deze nieuwe coördinaten en vermenig vuldiging met Z!2 krijgt men: xi2 Yi2 2 A.x, zj -f 2 Byj z, Czi2 o. (28) Dit is de vergelijking van den cirkel in homogene coördinaten. In deze coördinaten stelt: zi o, (29) 99 Ul u2 U3 =0. (26) x xi _yi X Zj y Zj"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1929 | | pagina 99