io3 voor het richtingsverschil der lijnen MN en DS4: 8o°4' 41" waaruit: (D 4) 6i°59'3i" (B 4) i92°45'58" Het punt 4 wordt door voorwaartsche snijding uit B en D tenslotte gevonden als x4 17 64713 y4 8j43 37 een resultaat, dat blijkbaar toevallig bijna geheel overeen stemt met dat van de veelhoeksvereffening in het Leerboek van de Vos. 's-Gravenhage, April 1930. EiSlNGA. EEN MEETKUNDIGE BESCHOUWING OVER HET VRAAGSTUK VAN DE VEREFFENING VAN GEMETEN GROOTHEDEN WAARTUSSCHEN BETREKKINGEN BESTAAN. Het vraagstuk van de vereffening van n gemeten grootheden: Pi, P2Pn; waartusschen betrekkingen bestaan, komt er op neer om aan deze grootheden zoodanige correctie's: Vj,v2, ...vn; aan te brengen, dat de aldus gecorrigeerde getallen: Pt vlt P2 v2, Pn -f- vn! voldoen aan de gegeven betrekkingen, ter wijl tevens [vv] een minimum moet zijn. In een lineaire n-dimensionale ruimte (een Rn), kan men de grootheden P; opvatten als de coördinaten op een rechthoekig assensysteem van een punt P in die ruimte. Zijn er m voor- waardenvergelijkingen van den vorm: ['a Pi0] =1A (i1, 2,n; j 1, 2,m) (1) (de grootheden P;° stellen voor de werkelijke waarden van de te meten grootheden), dan bepaalt ieder van deze m vergelijkingen een Rn_I. Deze Rn-I's snijden elkaar volgens een Rn-m. De gemeten grootheden P; voldoen als regel niet aan (1). Meetkundig beteekent dit, dat het punt P waarvan de coördinaten zijn: Pj, P2,Pn; niet ligt in de Rn m bepaald door (1). Wij denken ons nu een punt S met coördinaten: P! -j- vj, P2 -f- v2 Pn -f- v„. Het kwadraat van de afstand PS is [vv]. Kiezen wij voor S een punt uit Rn-m, dan voldoen de grootheden P; -f- v; aan de vergelijkingen (1). Omdat verder [vv] minimum

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 107