Over de divisies als eenheden, als fundamenten van de kadastrale
organisatie, of anders gezegd, over de alomvattende «leidende»
functie der hoofdambtenaren is reeds een uitgebreide literatuur
verschenen. De memorie: «Organisatie en reorganisatie van den
kadastralen dienst» werd juist een kwarteeuw geleden aan den
Minister van Financiën aangeboden. Het Prae-advies van den
heer C. W. Hoffman voor het 63e Ned. Landhuishoudkundig
Congres een 6-tal jaren later overtrof de memorie in ironie
en sarcasme. En uit de sindsdien verschenen artikelen in het
Huish. Orgaan en in het Tijdschrift van onze vereeniging zou
een prachtige bloemlezing verzameld kunnen worden. Op gezette
tijden keerde het onderwerp bovendien terug op de agenda van
onze jaarvergaderingen, voor 't laatst in 1929.
Genoeg erover. De gedeelde verantwoordelijkheid is uit den
booze en heeft de minder goede ambtenaren niet verbeterd, de
goede wel verslechterd. Bovendien werd door het gemis aan
elke verantwoordelijkheid voor de afdoening, de werklust en de
hoeveelheid afgedaan werk niet bepaald bevorderd. Thans mist
de organisatie elke prikkel.
Het behoefde dan ook niet te verwonderen dat de Min. Brief
van 12 Nov. '23 waarin de resultaten van een proefjaar werden
gememoreerd het vonnis velde over de divisies, maar het moet
iemand, die niet in de kadastrale wereld thuis is, vreemd aandoen,
dat als resultaat daarvan wel de kern van een nieuwe organisatie
werd gelegd door de invoering der districten, maar dat de uitbouw
daarvan tot heden geheel achterwege is gebleven. Met name
vormen ze nog geen schakel in de organisatie, terwijl toch de
districten aangewezen zijn om als eenheden de plaats der divisies
in te nemen. De verantwoordelijkheid voor hoedanigheid en
afdoening van het werk moet geheel berusten bij de districts
hoofden; de omvang der districten moet begrensd worden door
de eisch, dat directe leiding mogelijk is, terwijl aan de benoeming
tot hoofd van een district een niet te klein aantal ambulante
jaren dient vooraf te gaan, om ervaring en practische bekwaam
heid op te doen.
Is de organisatie zóó ingericht dan is er een bezwaar minder
tegen veldassistenten. Buitenstaanders begrijpen niet steeds,
waarom invoering daarvan bij den kadastralen dienst op zooveel
moeilijkheden stuit, terwijl de opzichters bij de landmeetkundige
111