schijnlijk om deze reden, dat zij voor gas- water- electra- en
telefoonaansluiting, rioleering en trottoiraanleg, straatverlichting
etc. niet volkomen onafhankelijk zijn van de eigenaars of beheerders
van wegen en straten en dus aan die zijde van hun eigendom
bij voorkeur conflicten vermijden en ir. den bestaanden toestand,
ook al is deze vermoedelijk onjuist, berusten.
Maar de eigenaars of beheerders van de wegen en straten, als
regel dus Rijk, Provincie of Gemeente, komen herhaaldelijk in-
formeeren naar de ligging van weggrenzen en dikwijls leiden
die informaties, als op 't kantoor geen voldoende inlichtingen
kunnen worden verstrekt, tot een aanvrage om grensaanwijzing;
uitteraard behooren deze gevallen tot de lastigste problemen, die
den landmeter ter oplossing worden voorgelegd, omdat het hier
steeds wegen zal betreffen, waarvan geen stelselmatige opmeting
heeft plaats gehad.
De gegevens, die men ter beschikking heeft bestaan in oude
veldwerken van aangrenzende perceelen, waarvan om eene of
andere reden een suppletoire meting is verricht en waarop meet-
getallen aangaande de weggrens kunnen voorkomen. Daartusschen
zullen echter perceelen liggen, die nog nooit in aanraking zijn
geweest en waarvan men dus in 't geheel geen gegevens bezit.
Afgezien van de hier en daar verspreide meetgetallen, waarvan
de twijfelachtige waarde hiervoor al is aangeduid, blijft dus niet
anders over dan de afbeelding van den weg met zijn belendingen
op hef minuutplan.
In de oorspronkelijke boeken van berekening, waarin zoowel
de genummerde als de ongenummerde wegen zijn berekend, kan
men de gemiddelde breedte van zoo'n weg te weten komen;
practischer lijkt het om deze op het minuutplan uit te passen;
men vindt dan de breedte daar, waar men haar noodig heeft.
Waar men dus met zulke gebrekkige gegevens moet werken
mag de landmeter wel over een meer dan normale dosis vrij
moedigheid beschikken om tegenover de belanghebbenden aan
gaande het resultaat van zijn meting te durven verklaren: Zoo
is de grens en niet anders.
Het publiek verwacht van den landmeter van het kadaster als
onpartijdig deskundige een beslissing en heeft trouwens daarvoor
vooruit somtijds betaald volgens tarieven, die zeker niet
laag genoemd mogen worden. Het heeft er dus alle recht op,
124