De gegevens waarover deze diensten beschikken zijn de provin
ciale en gemeentelijke leggers. Voor zoover aan dit kantoor te
beoordeelen is, staan die gegevens op minder hoog peil, dan bij
den Rijks-Waterstaat. Grenssteenen of andere betrouwbare
zichtbare en blijvende kenmerken ontbreken vrij wel, de leggers
bevatten wel de breedten der wegen, maar of deze op eigen
wetenschap berusten dan wel door uitpassing op de kadastrale
kaart (waarvan de legger een kopie bevat) zijn verkregen valt
dikwijls niet uit te maken.
Wel vindt men op den legger soms aangegeven of de berm-
sloot geheel of gedeeltelijk bij den weg behoort, maar als deze is
gedempt en vervangen door een andere afscheiding heeft men
aan die wetenschap ook niet veel. Rest ons dan tenslotte de
breedte van den weg, met behulp waarvan we door uitzetten van
de helft naar weerszijden van de as der bestrating (in de hoop,
dat deze in den loop der jaren niet verschoven is) de wegkanten
op het terrein kunnen uitzetten.
Het ligt voor de hand, dat hier, waar de gegevens nog minder
bruikbaar zijn, de resultaten ook van minder gehalte zullen zijn
en dus voor publiek en landmeter nog minder bevredigend, dan
bij Rijkswegen. Over de polder- en waterschapswegen kan na
deze uiteenzetting verder wel gezwegen worden. Daar berust
alle wetenschap over de weggrenzen op de polder- of waterschaps-
kaarten (kopieën van 't nette plan) en als de kaart het niet uit
drukkelijk aangeeft weet men als regel niet eens of een sloot,
geheel, voor de helft of heelemaal niet bij den weg behoort.
Resumeerend kan dus als vaststaand worden aangenomen, dat
het kadaster over de grenzen van Rijks-, Provinciale, Gemeente,
Polder- en Waterschapswegen, voor zoover deze niet gelegen zijn
binnen hermeten terreinen (Ruilverkaveling inbegrepen) of voor
zoover van deze wegen niet in de laatste tientallen jaren (minstens
na 1879) een stelselmatige nieuwe meting heeft plaats gehad, niet
over voldoende betrouwbare gegevens beschikt om deze met
dezelfde nauwkeurigheid als andere perceelgrenzen op het terrein
te kunnen uitzetten, en dat somtijds gebruik gemaakt moet worden
van gegevens van andere technische diensten (Rijk, Provincie of
Gemeente) om tot zoodanige uitzetting te kunnen geraken.
Deze toestand is niet in 't belang van het kadaster, noch in dat
van 't publiek, dat onbewust van de gebrekkigheid onzer gegevens
127