de eigenaar of beheerder is. Met de betrokken eigenaren of
den technischen dienst wordt overleg gepleegd of voor de naaste
toekomst plannen bestaan voor zoodanige verbeteringswerken,
dat deze hernieuwde kadastrale meting zouden ten gevolge hebben.
In dat geval worden deze voorloopig uitgeschakeld. Van de
overblijvende wordt zeer globaal de lengte bepaald, opdat eenigs-
zins een overzicht worde verkregen van de te verwachten
werkzaamheden.
Vervolgens wordt voor ieder kantoor of voor iedere divisie
een landmeter aangewezen onder wiens leiding de hernieuwde
opmeting der wegen wordt gesteld. Deze onderzoekt eerst in
samenwerking met de districtslandmeters, waar zich de behoefte
aan goede gegevens over de weggrenzen het sterkst doet gevoelen.
In volgorde van de belangrijkheid (voor het kadaster welteverstaan)
worden de wegen dan gerangschikt en in die volgorde ook in
behandeling genomen. In bijzondere gevallen kan van deze
regeling afgeweken worden bijvoorbeeld indien aanvragen tot
opmeting van aan te koopen of te onteigenen gronden voor
wegverbreeding inkomen en de districtslandmeter zelf met werk
overladen is; in zoodanige gevallen moet er gelegenheid zijn
deze extra werkzaamheden op den «wegenlandmeter» af te wentelen.
Het is niet de bedoeling, dat de aangewezen landmeter per
soonlijk de geheele meting zal verrichten. De landmeter wijst
de punten aan, waar de kad. steenen voor drie- en veelhoeks,
punten zullen worden geplaatst, onderzoekt of oude meetlijnen
als veelhoekszijden kunnen worden gehandhaafd, verricht de
hoekmeting in- en de lengtemeting tusschen de vaste punten en
houdt toezicht op de detailmeting, die door lager technisch per
soneel wordt verricht. Of men deze menschen nu veld-assistent,
opzichter of technisch ambtenaar wil noemen; of men ze wil
recruteeren uit opzichters van gemeenten, provincies of uit de
kringen, waar de buitengewone opzichters van den Rijks-Water
staat uit afkomstig zijn, of zelfs daartoe geschikte en genegen
teekenaars van het kadaster wil aanwijzen, of men ze een vaste
aanstelling wil geven of op arbeidscontract wil werkzaam stellen,
dit zijn aangelegenheden, welke t. z. t. door het Hoofdbestuur
van het Kadaster beslist zullen moeten worden. Een vaststaand
feit is het echter, dat, wanneer aan den landmeter, eenige dezer
ambtenaren worden toegevoegd sneller en goedkooper zal worden
i3i