134 naars, die tot op zekere hoogte zelfstandig werkzaam kunnen zijn en niet in allerlei finesses gecontroleerd moeten worden brood- noodig. Indien bij een dergelijke hergroepeering blijkt, dat b.v. honderd of honderd en tien districten voldoende zijn komen een aantal landmeters vrij voor de functie van leiders der wegenmetingen. Wat het kostenvraagstuk aangaat, het denkbeeld om lager technisch personeel met de detailmeting te belasten is behalve door de omstandigheid, dat slechts een beperkt aantal landmeters beschikbaar zal zijn, ook ingegeven door den wensch om de kosten zoo laag mogelijk te houden. Indien het mogelijk ware Rijks- en Provinciale Waterstaat en Gemeentebesturen voor de zaak te interesseeren en hen te overtuigen van het groote belang, dat zij zelve bij de hermetingen hunner wegen hebben, zou wellicht een regeling te treffen zijn, waarbij zij, tijdelijk, hun technisch personeel gratis ter beschikking van het kadaster stellen en dan niet alleen voor het werk te velde, maar ook voor de vervaardiging der wegenkaarten. Als contra-prestatie zou dan door het kadaster in uitzicht zijn te stellen een compleet stel van deze wegenkaarten, voor zoover de betrokken overheidsdienst daarbij belang heeft een jaarlijksche kostelooze bijwerking. Andere regelingen om de kosten voor den kadastralen dienst te verlichten zouden zijn beschikbaarstelling van meetarbeiders of betaling van verzekeringsmateriaal door de belanghebbende overheidsdiensten, zooals dit hier en daar reeds geschiedt (Am sterdam, Eindhoven). Blijkens een der jongste aanschrijvingen kan thans door het kadaster reeds beschikt worden over buitengewone opzichters van den Rijks-Waterstaat bij opmetingen voor aanleg of ver breeding van Rijkswegen. In het denkbeeld om lager technisch personeel bij weg-opmetingen te werk te stellen steekt dus niets nieuws of revolutionairs en het vereenvoudigt zoowel de personeels- als de financieele kwestie. Tenslotte nog een en ander over het derde bezwaar. Van algeheele hermeting van ons land zal in de eerste tien tallen jaren en misschien wel nimmer iets komendat is ook volstrekt niet noodig, want er zijn uitgestrekte landelijke gebieden, waar de bestaande kaart op i a 2500 nog voor onbepaalden tijd voldoen kan. De meeste behoefte aan nieuwe kaarten op grooter schaal bestaat in de uitbreidingen van steden en dorpen en de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 138