landmeters voldoende is om in de komende vacatures te kunnen voorzien, dat zij van meening zijn, dat het aantal adspirant-landmeters niet grooter is, dan noodig is om te voorzien in de vacatures van landmeter van het Kadaster, welke door normaal verloop zullen ontstaan, vóór zij hun landmeters-examen zullen hebben afgelegd, dat, wanneer de toevoer van adspirant-landmeters tijdelijk wordt stop gezet, dit spoedig tot gevolg zal hebben eene vermindering van het aantal landmeters van het Kadaster, welke vermindering voor den Kadastralen dienst, bij de toenemende hoeveelheid arbeid, zeer ongewenscht is, dat een en ander in de bijgaande memorie van toelichting nader is uiteengezet en met getallen-gegevens verduidelijkt, redenen waarom zij meenen Uwe Excellentie in overweging te mogen geven jaarlijks een voldoend aantal adspirant-landmeters te benoemen om regelmatige aanvulling van het Korps land meters van het Kadaster te waarborgen. MEMORIE VAN TOELICHTING, behoorende bij het request van de Vereeniging voor Kadaster en Landmeet kunde en de Vereeniging van Hoofdambtenaren van het Kadaster dd. Juli 1930. In de hierbijgaande lijst is een overzicht gegeven van de toe- en afneming van het aantal landmeters van het Kadaster gedurende eene periode van twintig jaar en wel van 1910 tot en met 1929. Op Januari igio waren in functie 186 landmeters van het Kadaster, van wie 5 werkzaamheden voor de Domeinen verrichtten, één gedetacheerd was aan het Departement van Financiën en één werkzaam was bij de Rijkscommissie voor Graadmeting en Water passing, zoodat 1 yg landmeters rechtstreeks voor het Kadaster ■werkzaam waren. 's-Hertogenbosch, 's-Gravenhage, Arnhem, Bilthoven, 't Welk doende, (w.g.) J. Heines. H. J. PIETERS. A. N. Hamelberg. 145 VAN RlESSEN.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 149