DE AANSLUITING VAN DUITSCHE DRIEHOEKS-
PUNTEN AAN HET NEDERLANDSCHE DRIEHOEKSNET.
i. Aanleiding tot het onderzoek.
Eenige jaren geleden deed zich in de kadastrale divisie Arnhem
het volgende geval voor: Voor een meting in een boschachtige
streek in den Achterhoek, nabij de Nederlandsch-Duitsche grens
was puntbepaling noodig. Op Nederlandsch gebied waren niet
voldoende driehoekspunten zichtbaar; in Duitschland daarentegen
was vrij uitzicht, zoodat op vele kerktorens in den omtrek gericht
zou kunnen worden. Mij werd toen de vraag gedaan, of het
mogelijk zou zijn, uit de Duitsche gegevens de coördinaten dier
kerktorens te berekenen in het Nederlandsche stelsel, zoodat ze
zouden kunnen dienen voor de vastlegging van nieuwe punten
voor het kadaster. De oplossing daarvan is de aanleiding tot de
hier volgende mededeelingen en uitkomsten.
2. Exposé van het vraagstuk.
De Pruisische driehoeksmetingen van de streken, welke aan
ons land grenzen, zijn verricht door de «Kgl. Preussische Landes-
aufnahme». De primaire driehoeksmetingen van het betreffende
gebied zijn gepubliceerd in:
«Die Königlich Preussische Landes-Triangulation Hauptdreiecke
Zehnter Teil 1898 en wel in 2 hoofdstukken:
A. Der Nördliche Niederlandische Anschluss.
B. Der Südliche Niederlandische Anschluss.
Beide kettingen van driehoeken zijn gemeten in nauw verband
met de Nederlandsche Rijksdriehoeksmeting; de op Nederlandsch
gebied gelegen stations zijn zelfs gemeten door de Nederlandsche
ingenieurs en gelijktijdig met onze primaire driehoeksmeting.
Daardoor is de identiteit der driehoekspunten volkomen verzekerd.
De bedoelde publicatie bevat alle waarnemingen en bovendien
een vereffening met aansluiting aan meer oostwaarts gelegen
driehoekspunten. Het resultaat is gegeven in den vorm van:
ie geographische coördinaten.
2« coördinaten in een speciale door Schreiber ontwikkelde