punten die in beide stelsels bekend zijn, is de zaak wel oplosbaar.
Men behoeft slechts de methode te volgen, die ik in 1924 aangaf
bij de vergelijking van de nieuwe Rijksdriehoeksmeting met die
van Krayenhoff, (zie T. v. K. en L. jaargang XLI). Behalve
de hoeveelheid werk, aan het opstellen van de betrekkingen ver
bonden doet zich in ons geval de ongunstige omstandigheid voor,
dat de vergelijkingspunten op een bijna rechte lijn gelegen zijn,
de gevonden formule zou steeds moeten worden toegepast op
punten ten oosten van die lijn gelegen, dus met extrapolatie.
En men weet hoe voorzichtig men daarmede moet wezenHet
leek mij daarom niet raadzaam de vroeger gevolgde weg onge
wijzigd te volgen.
De bezwaren zijn opgeheven, wanneer men met behulp van
de gegevens der primaire driehoeksmeting de coördinaten van de
hoekpunten van den primairen driehoek, waarin de over te brengen
punten gelegen zijn, uitrekent in stereografische projectie, en dan
binnen den driehoek een transformatieformule opstelt.
Extrapoleeren is dan niet meer noodig, terwijl de transfor
matieformule bij aansluiting aan 3 punten zeer eenvoudig kan zijn.
Daar zoowel de stereografische projectie als de Doppelprojektion
een conforme is, ligt het voor de hand een conforme afbeelding
te kiezen. Deze is in elk geval beter dan elke andere. Toch zou
zij niet voldoende nauwkeurig kunnen zijn. De zijden der drie
hoeken worden in de stereografische projectie als cirkels afgebeeld.
De eenvoudigste conforme aansluiting aan 3 punten zet cirkels
in cirkels omde driehoekszijden worden dus bij toepassing daar
van overgebracht in de Doppelprojektion als cirkels. Echter (zie
Jordan III 1916 p. 299) de driehoekszijden in de Doppelprojektion
zijn bij benadering van den 3e graad. Er zou dus vrees bestaan
voor belangrijke vervorming, ware het niet dat, zooals uit dezelfde
biz. van Jordan blijkt, de invloed van de 3e graadsterm bij kleine
coördinaten verschillen, als bij driehoekszijden, en groote afstand
van den meridiaan van Berlijn, zeer gering wordt, zoodat men
praktisch toch weer op een cirkel komt.
Daarmede is dus de oplossing gevonden Eerst een primaire
Duitsche driehoek berekenen in ons Nederlandsche net, de secun
daire punten binnen dien driehoek conform overbrengen volgens
Schols (zie daarvoor mijne gewijzigde oplossing T. v. K. en L.
jaargang XLV).
i5i